Onze stad kent de laatste jaren een bijzondere ontwikkeling als het gaat om de verwerking van een van de gruwelijkste gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog: de Jodenvervolging. De plaatsing van het Joods Monument op het plein voor het Spoorwegmuseum, in 2015, lijkt daarvan het startsein. Daarmee werden na 70 jaar in het openbaar de namen zichtbaar van de meer dan 1.200 vermoorde joodse Utrechters.
In datzelfde jaar vond de eerste editie plaats van Open Joodse Huizen in Utrecht. Ook in huizen in Oost werden toen verhalen verteld over de voormalige joodse bewoners. Het zijn elk jaar (in mei) intieme bijeenkomsten waar je beter leert begrijpen welk effect de holocaust had op de levens van mensen. En niet zelden vertelt een ouder iemand uit het publiek spontaan een bijzondere herinnering. Na zo’n bijeenkomst is het uitgesloten dat je zo’n huis nog gedachteloos passeert.
Dat is ook zo als je voor een huis een struikelsteen ziet liggen. Daarop staat de naam van iemand die er in de oorlog woonde en die vanwege zijn of haar joodse achtergrond is vervolgd. Tot 2017 lagen er in de stad 13 struikelstenen, inmiddels staat de teller op 170, waarvan 30 in onze wijk. De plaatsingen, waaraan de gemeente volop medewerking verleent, zijn verbindende momenten: jong en oud staan stil bij wat mede-Utrechters destijds is overkomen.
Dit pijnlijke verleden hadden we lange tijd verdrongen uit ons collectieve bewustzijn. Maar het komt weer naar boven. Het is goed dat een plek te geven. En voor joodse nazaten die nog steeds in onze stad wonen biedt het troost.
Jim Terlingen (Utrecht, 1965) is journalist, historisch-onderzoeker en postbode. Hij woont in Abstede.
Deze column verscheen in de krant van september 2023.
[i] Meer informatie over struikelstenen in Oost op www.oostkrant.com