In Oost, met name op de Maliebaan en rond het Wilhelminapark, was de bezetter in de oorlogsjaren 1940-45 nadrukkelijk aanwezig met meerdere hoofdkwartieren van de nazi’s en NSB. Ondanks deze grauwsluier (of juist daarom) bloeide in onze wijk ook het verzet, met een (vaak dodelijk) kat-en-muisspel tussen Goed & Kwaad. Bekijk ook de website Aan de Maliebaan (naar het gelijknamige boek van onderzoeker Ad van Liempt) en bekijk waar op de Maliebaan alle Duitse diensten, nsb-organisaties én verzetsgroepen zaten.
Monument voor Dr. Max
Struikelstenen in Oost
Ontsnapt via een ladder
Het Rosariumdrama
Kindjeshaven
Geheime telefooncentrale
Truus van Lier
Schaal van De Lerma
Steen voor familie Meijers
Wandelroute
Via de wandelroute Oost in de Oorlog (lengte 4 km) kun je 19 memorabele plekken uit het oorlogsverleden van Oost bekijken. Via onderstaande kaart (google maps) kun je ‘m met navigatie lopen. De wandeling start bij het oude Maliebaanstation (tegenwoordig Spoorwegmuseum) en eindigt bij het Rietveld-Schröderhuis. De wandelroute kun je ook als pdf uitprinten.
Bij 13 plekken vind je – ter voorbereiding – hieronder ook korte documentaires en video’s. Veel informatie over het oorlogsverleden in Oost staat beschreven in het boek ‘Aan de Maliebaan’ van journalist Ad van Liempt.
Maarten van Rossem over de jodenvervolging in Utrecht met name in Oost. Met uiteraard aandacht voor het Maliebaanstation (nu Spoorwegmuseum) van waaruit de meeste joden zijn gedeporteerd.
Het Joods Monument bij het Maliebaanstation bestaat uit gedenkmuur met de namen van de ruim 1200 vermoordde Utrechtse Joden, een (Sjofar) bazuin en een plateau. Hoe kwam het tot stand?
Buurtgenoot Maarten van Rossem vertelt over de rol van NSB voorman Anton Mussert die om de hoek van het Wilhelminapark woonde in wat tegenwoordig de Prinses Marijkelaan heet.
Theatergroep Aluin maakte een serie monologen over de Maliebaan, zoals deze over aartsbisschop Jan de Jong die vanuit zijn statige paleis op nr 40 weigerde mee te werken met de bezetter.
Vanuit Maliebaan 72bis, als buur van de gevreesde Sicherheitspolizei, was Marie Anne Tellegen alias Dr. Max de spil van het landelijke verzet en (mede)organiseerde ze de Spoorwegstaking in 1944.
Het Erehof bij de ingang van begraafplaats St Barbara is in 1964 aangelegd om 50 militairen, verzetsstrijders, dwangarbeiders en slachtoffers van represailles een laatste rustplaats te geven.
Vlak voordat de bevrijders Utrecht via de Berekuil binnenreden, worden op 7 mei 1945 tien leden van de Binnenlandse Strijdkrachten in de buurt van het Rosarium door Duitse soldaten doodgeschoten.
De studenten Geertjan Lubberhuizen en Rut Mathijssen drukten illegaal oorlogsgedichten om o.a. de activiteiten van Kindjeshaven te sponsoren. Het bleek de voorloper van uitgeverij De Bezige Bij.
Rondom het Wilhelminapark (destijds Nassaupark genoemd) waren veel Duitse officieren gelegerd. Een commandobunker met zicht op de Burgemeester Reigerstraat moest hen beschermen.
Koningin Wilhelmina sprak dagelijks stipt om 20:15 vanuit Londen het Nederlandse volk toe via Radio Oranje, de ‘Stem van Strijdend Nederland’. De uitzendingen duurden een kwartier.
Leerlingen van het Bonifatiuscollege hebben zich ingezet om Stolpersteine (struikelstenen) bij huizen van slachtoffers van het naziregiem te plaatsen. In Oost liggen er 35.
In 1940 richtte rechtenstudent Trui van Lier aan de Prins Hendriklaan nr 4 de créche ‘Kindjeshaven’ op waarmee ze meer dan 150 joodse baby’s en peuters uit de handen van de nazi’s wist te houden.
Rechtenstudent Truus van Lier schoot op 3 september 1943 de beruchte politiechef Gerard Kerlen neer. die op het punt stond een grote groep Utrechtse joden en verzetsmensen op te pakken.
Deze verzetsgroep van 15 studenten, waaronder oprichters Jan Meulenbelt en Rut Matthijsen, hielp honderden joodse kinderen aan een onderduikadres. Ze werkte nauw samen met Kindjeshaven.
Foto: Maliebaan omstreeks 1943, waar op nummer 72Bis verzetsheld Marie Anne Tellegen alias Dr Max het vaderlandse verzet coördineerde zonder dat haar buren op 74, de gevreesde Sicherheitspolizei, dat in de smiezen had – Het Utrechts Archief