Auteursarchief: Oostkrant

Wall of Connection

Een nieuw hoogtepunt in het oeuvre van muurartiest Munir de Vries: in opdracht van MasterPeace maakt hij samen met leerlingen van het Bonifatius College een muurschildering op de hoge zijgevel van de school. De titel is Wall of Connection.

Boni als plek van groei
In 2023 vierde het Bonifatius College haar 100-jarige bestaan. MasterPeace en Munir hebben in dat jubeljaar een serie lessen gegeven aan 20 leerlingen. Die gingen op zoek naar levensverhalen van medescholieren, docenten en wijkbewoners. Vervolgens hebben ze in de lessen geleerd die verhalen om te zetten in beelden en kunst. Deze Wall of Connection is het zichtbare resultaat: het Boni als plek van groei, van waaruit leerlingen de wijde wereld ingaan. “Het hoofd is een zaadje, dat staat voor het zien van de groeipotentie in mensen”, zo licht Munir toe.

De officiële onthulling is op 3 september 14:15 uur.

Over MasterPeace
Meestal scheiden muren mensen, daarom zet MasterPeace zich in om door muurkunst mensen met verschillende culturen en achtergronden juist te verbinden. In het kader van ‘Utrecht 900 jaar stad’ heeft MasterPeace een aantal schilderingen in de stad gerealiseerd met de Utrechtse kunstenaars Verfdokter en Munir de Vries, in samenwerking met jongeren. ‘Stad zonder muren’ was het overkoepelende thema. Munir tekende in 2022 voor de muurschildering Uitkomst op de Abstederdijk, ook een project samen met MasterPeace en Bonifatius.

Panden opnieuw gekraakt

De vier leegstaande panden naast de Albert Heijn op de Reigerstraat zijn opnieuw gekraakt. Twee eerdere kraakpogingen in 2019 werden snel door de politie beëindigd (heterdaad), maar deze keer wisten de krakers zich de eerste dagen goed verborgen te houden. Daarom moet de eigenaar eerst naar de rechter om zijn panden te kunnen ontruimen.

Pluk van de Petteflet
Het tiental jonge woningzoekers, een mix van muzikanten, kunstenaars, sociaal werkers en activisten, noemt zich Huize Pluk, vernoemd naar het kinderboek Pluk van de Petteflet van Annie M.G. Schmidt uit 1971. “Pluk was ook wanhopig op zoek naar een woning. Het boek en vooral ook de gelijknamige film inspireerden ons”, zo vertelt de woordvoerder Mus (om veiligheidsredenen een schuilnaam). “We kennen elkaar van kunstprojecten en maatschappelijke acties. Sommige van ons studeren nog, anderen zijn al aan het werk.”

Weer bewoonbaar maken
De kersverse buurtgenoten zijn een petitie gestart om steun te krijgen voor hun actie. De teller staat op ruim 450 handtekeningen. “We krijgen veel positieve reacties uit de buurt. Bewoners zien net als wij dat deze panden na tien jaar leegstand steeds verder in verval raken. Wij willen deze plek weer betekenis geven. Daarom werken we nu hard om de panden schoon en bewoonbaar te maken, een hele klus! Gelukkig krijgen we daarbij hulp van buurtbewoners. We willen straks ook culturele en maatschappelijke activiteiten organiseren, liefst in samenspraak met de buurt. Klop gerust aan, we maken graag kennis.”

Conflict eigenaar en gemeente
De panden staan al tien jaar leeg. Ze zijn van binnen volledig gestript en afgesloten van gas/water/elektra. Eigenaar Marcel Paping (orthodontist, in Oost bekend van de praktijk aan Lucas Bolwerk) wil er 12 appartementen realiseren met op de begane grond winkelruimte. In een nog uit te graven kelder wil hij een parkeergarage maken. Hij heeft destijds ook een woning aan de achtergelegen Wagendwarsstraat gekocht, met de bedoeling die te slopen voor een inrit naar de parkeergarage.

Echter hebben eigenaar en gemeente een conflict gekregen over de geplande garage met uitrit. Bovendien vreest de buurt voor de verkeersoverlast in de smalle Wagendwarsstraat, een woonerf. Het conflict sleept zich al lang voort. Bemiddeling door wijkraad, naburige winkeliers, collega projectontwikkelaars, vrienden en bekenden heeft niks uitgehaald, de zaak zit muurvast. In de periode 2018-2019 is het conflict uitgebreid besproken in de gemeenteraad, zie de raadsbrief en antwoorden op schriftelijke vragen.

De krakers hebben spandoeken uitgerold – foto: Arnoud Wolff
De woning aan de achtergelegen Wagendwarsstraat
Krakers starten een petitie
Krakers zijn begonnen met opruimen om de panden weer bewoonbaar te maken. Drinkwater krijgen ze van (over)buren, waar ze ook gebruik mogen maken van sanitaire voorzieningen. Foto: instagram @pluk_utrecht

Pluk in Oudwijk

De Kinderhof is opgeknapt, precies 30 jaar nadat het speelpleintje voor kinderen in Oudwijk Noord werd aangelegd. Het buurtcomité SPON (Straatplezier Oudwijk Noord) organiseerde daarom een feestelijke opening. En heel bijzonder: Pluk van de Petteflet was met het kleine rode kraanwagentje aanwezig als special guest! Tijdens het feest waren er veel zelfgemaakte, attracties, het kenmerk van SPON. Het buurtje zaagt en timmert namelijk graag, liefst met creatief hergebruik van materialen. Het zorgde opnieuw voor veel plezier bij zowel kinderen als ouders. Het boek van Annie M.G. Schmidt (1911-1995) uit 1971 is overigens actueel: Pluk zoekt nog altijd naar een plek om te wonen, maar alle huizen zijn vol …

Wethouder ‘Pluk’ Eva Oosters achter het stuur – foto: Arnoud Wolff
Speelplek de Kinderhof – foto: Arnoud Wolff

Vakantie in eigen straat?

Zomervakantie vieren in je eigen straat? De bewoners van de Lindestraat in Oudwijk doen dat graag. Als ze toestemming krijgen, zal het voor het vijfde jaar op rij zijn. Het middendeel van de straat blijft dan drie weken lang autovrij van 3 tot 25 augustus. Zo ontstaat een speelparadijs voor kinderen, ouders én ouderen. Een Leefstraat heet dat officieel.

Kinderen spelen op straat
Vorig jaar zagen we al hoe de kinderen druk bezig waren met krijten en steppen, terwijl ouders gezellig aan tafel zaten midden op straat. “Buren schuiven makkelijk aan voor een praatje, kinderen kunnen er kleuren en knutselen”, vertelde initiatiefnemer Mariska Bakker destijds. “We hangen wat slingers op, maar kinderen spelen vooral met wat en wie er is. Zoals vroeger. Ook kinderen uit omliggende straten komen hier spelen, het is een buurtfeestje.”

Voorwaarden
Het afsluiten voor verkeer gaat in overleg met de gemeente. Die stelt stevige voorwaarden waaronder draagvlak in de buurt. Mariska legde uit hoe dat werkt: “Elk jaar halen we bij alle buren handtekeningen op en informeren we omliggende straten. We sluiten alleen het middendeel af, dat zijn slechts vier parkeerplaatsen. Fietsers kunnen er gewoon langs. Het helpt dat dit geen doorgaande straat meer is nadat de rijrichting vijf jaar geleden is omgedraaid. En stipt om 23:00 uur is iedereen weer binnen.”

Ook voor ouderen
Volgens Lies Bouwsma, die hier al bijna 40 jaar woont, is de zomerse Leefstraat niet alleen voor kinderen en hun ouders een paradijs. “Ik kijk er ook elk jaar naar uit! Zo gezellig, even naar buiten lopen, een praatje maken. Heerlijk om al die kinderen zo vrij te zien spelen. Ik ga er graag tussen zitten en wat handwerk doen. Ik vermaak me prima.”

Rijke traditie
De Lindestraat kent overigens een rijke traditie van straatplezier, want in 1921 werd de Buurtvereeniging Lindestraat opgericht. Op archieffoto’s van het 25-jarig lustrum is te zien dat er toen grote, kinderrijke (katholieke) gezinnen woonden en dat zaklopen een serieuze bezigheid was. Toen werd alles geregeld door een voornaam bestuur, tegenwoordig voldoet de straatapp en een paar enthousiaste ouders. Het plezier is er enkele generaties later niet minder om.

De Buurtvereeniging Lindestraat is opgericht in 1921 en viert in 1946 het 25-jarig bestaan met een groot straatfeest. Op de linkerfoto het oude bestuur (zittend) en het nieuwe bestuur (staand) voor het buurtvaandel. Foto’s: Het Utrechts Archief

Koor zoekt Bachzingers

Wil je graag de Matthäus Passion zingen in de Geertekerk? Dan biedt het koor Lamusa je een unieke kans. Ze zoekt voor haar lustrumproject 24 (tijdelijke) projectzangers om op 13 april volgend jaar het meesterwerk van Bach uit te voeren.

Hoog amateurniveau
De 24 vaste leden van Lamusa repeteren elke dinsdagavond in de monumentale aula van begraafplaats Kovelswade aan de Koningsweg. Volgens bestuurslid Nieske Vergunst zingen ze op hoog amateurniveau. “We zijn geen professionele zangers, maar zijn wel ambitieus. Je doet bij ons auditie, we verwachten dat je thuis oefent. Veel leden volgen ook zangles. Tijdens repetities werken we hard, maar mét heel veel lol. Een superfijne combinatie.”

Dubbel koor
Het koor heeft opvallend jonge leden, zo tussen de 20 en 40 jaar. De basis ligt in een zangworkshop in Frankrijk. Een aantal deelnemers besloot terug in Utrecht een koor op te richten, nu 20 jaar geleden. “Ons repertoire is zeer afwisselend: klassiek, jazz, barbershop of Top2000. We maken er vaak iets bijzonders van, zoals nu met de Matthäus Passion. Daarvoor willen we ons koor tijdelijk verdubbelen en samenwerken met een orkest. Wie zich zo jong voelt als wij en met dezelfde toewijding zingt, is als projectzanger van harte welkom. Graag contact via onze projectpagina.

Het zangkoor Lamusa repeteert in de monumentale aula van begraafplaats Kovelswade

Historie van Bloeyendael

Park Bloeyendael is populair onder wandelaars. Je moet weten hoe er te komen (de ‘geheime’ onderdoorgang achter Stolberglaan), maar dan sta je plots in bloeiende natuur! Paul Brassé kent het heden én de geschiedenis van het natuurpark als geen ander, hij schreef er een artikel over. Hij zal vertellen over de inpoldering van Oost, de oude herberg Den Biesbos langs de weg naar Oostbroek, Waterliniefort Op de Bilt, de paardentram naar Zeist, de aanleg van een natuurpark met volkstuinen (ATV Stadion), protestacties (met een hoofdrol voor Dick Bruna’s Nijntje) en tot slot de oprichting in de jaren 90 van een stichting door bewoners die Bloeyendael sindsdien met grote toewijding onderhouden. Een fascinerende geschiedenis van misschien wel de best verborgen plek van Oost.

Programma
Vrijdag 28 juni 16:30 uur (inloop 16:15)
Toegang gratis (bar open na afloop)
Locatie: De Wilg (Mecklenburglaan 3-5)
Organisatie: Oost Voor Elkaar

Het maandelijkse Cultuurhistorische Café wordt elke laatste vrijdag van de maand georganiseerd door de wijkcoöperatie Oost Voor Elkaar in ontmoetingscentrum De Wilg. Een prachtige locatie, want dit voormalige schoolpand, gebouwd in Amsterdamse Stijl, heeft zélf een spraakmakende historie.

Woonhuis Van Ravesteyn

Op steenworp afstand van het beroemde Rietveld-Schröderhuis ligt nóg een architectonische parel: het woonhuis van architect Sybold van Ravesteyn (1889-1983), Prins Hendriklaan 112, aan de rand van Rijnsweerd. Het monument wordt sinds 2019 beheerd door Vereniging Hendrick de Keyzer als museumhuis. Delen van het jaar kun je er overnachten, in de rest van het jaar is het huis open als museum. Wat een verblijf zo bijzonder maakt: de inrichting uit de tijd dat van Ravesteyn er woonde, is nog grotendeels in takt.

Gewapend beton
Van Ravesteyn trad in 1921 als constructeur in dienst van wat tegenwoordig de Nederlandse Spoorwegen heet. Zijn eerste klus was de constructie van de Inktpot, het grootste bakstenen gebouw van Nederland. Later promoveerde hij tot huisarchitect van de spoorwegen. Hij bouwde veel stations (o.a. het oude Centraal Station van Utrecht), seinhuizen en depots, doorgaans van gewapend beton, een bouwmateriaal dat toen in opkomst was en waar hij veel kennis van had. Buiten het spoorwezen tekende hij ook voor de Diergaarde Blijdorp en theater Kunstmin in Dordrecht. Na de oorlog gingen veel van zijn (spoor)ontwerpen tegen de vlakte, vandaar zijn bijnaam: de meest gesloopte architect van Nederland.

Polderweg
In 1932 kreeg hij de kans om een eigen woonhuis aan de Prins Hendriklaan 112 te bouwen op een onbebouwd driehoekig kavel naast een rijtje traditionele jaren 30 huizen tegenover de Kromhoutkazerne. Het was een tip van Rietveld, die wist dat zijn collega na zijn scheiding nieuwe woonruimte zocht. De laan ging daar over in een landweg richting de toen nog onbebouwde Johannapolder, tegenwoordig Rijnsweerd. Op het taps toelopende stuk grond paste geen standaard woning. Maar daar wist hij wel raad mee. 

Golven en krullen
Van Ravesteyn bouwde met bescheiden middelen een huis waarin het prettig was om te wonen én te werken. De kenmerkende gele bakstenen waren afdankertjes van de Spoorwegen. Hij experimenteerde ook met golvende lijnen en weelderig krullende vormen, geheel tegen de rechtlijnige principes in van het toen populaire Nieuwe Bouwen dat juist inzette op een moderne, zakelijke bouwstijl wars van niet-functionele vormen. Het streven naar licht-lucht-ruimte nam hij wél over, zoals te zien in de grote ronde erker. Hij combineerde ook verschillende functies (wonen en werken) in één ruimte. 

Buurt: Rijnsweerd | kaart

Links het huis van Ravesteyn, bij de landweg richting Johannapolder, tegenwoordig Rijnsweerd – Het Utrechts Archief 1958
Utrecht Centraal Station in 1940 – Nationaal Archief

Huisnummerpuzzel

Oost kent één wel heel bijzonder huisnummer: Biltstraat 113 B bis A. De woning staat te koop op funda (onder bod). De complexe combinatie van cijfers en letters zal niet de reden zijn, maar voor postbodes en bezorgers is het toch een puzzeltje. Typisch Utrecht ook, zo zo legde de vereniging Oud Utrecht in een artikel uit 1993 uit.

Elke wijk een letter
Tot eind 18de eeuw hadden huizen in de (binnen)stad geen nummer. Veel huizen hadden een eigennaam. Of iemand woonde ‘vlakbij herberg de Rode Leeuw, in het huis met de spitse torenpunt’. Dan wist je genoeg. In 1795 gaf de nieuwe Franse bezettingsmacht voor het eigen overzicht de acht wijken in de (binnen)stad een letter. Wijk C herinnert daar nog aan. In elke wijk kregen de huizen een doorlopend nummer, dus niet per straat. Bovenhuizen kregen ‘bis’ als toevoeging, het betekent ‘nog eens’ in het Frans. Dit is nog altijd een typisch Utrechts gebruik, de meeste gemeenten gebruiken hiervoor Romeinse cijfers.

Nieuw systeem
In 1879 wordt de nummering in de snel groeiende buitenwijken verfijnd. De nummering gaat voortaan per straat: even nummers links en oneven rechts, met nog altijd de toevoeging bis voor bovenhuizen. In 1891 gaat ook de binnenstad over op dit systeem. Na het splitsen van een huis, of het bebouwen van een leeg kavel, krijgt een nieuw adres er een letter bij. Adres 8A ligt dus tussen 8 en 10 en wie op 10B woont heeft buren op 10A en 12. Als zo’n woning ook een bovenhuis heeft (met eigen voordeur), krijgt dat de gebruikelijke toevoeging bis, bijvoorbeeld 17B bis. Zit er nóg een woning boven, dan volgt een extra letter: 17 B bis A.

Zo kun je de puzzel ‘Biltstraat 113B bis A’ dus oplossen.

Meer info over wijknamen en huisnummers in Utrecht via Oud Utrecht.

Biltstraat nr 113B bis A is de tweede bovenwoning. Foto: Funda
Plattegrond met de 12 wijken in 1850 (Abstede en Oudwijk waren nog niet bebouwd) – Het Utrechts Archief

Het Oosterspoor

De Hollandse IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM) opende in 1874 bij Hilversum een zijtak van haar Ooster Spoorweg richting Duitsland (Amsterdam – Zutphen). Passagiers konden voortaan vanaf Hilversum via Utrecht-Oost naar Lunetten reizen om daar over te stappen op het staatsspoor richting het zuidelijk gelegen Den Bosch. HIJSM bouwde voor dit Oosterspoor het indrukwekkende Maliebaanstation, voorzien van alle comfort en luxe die de moderne reiziger wenste.

Concurrentie
In 1885 opende de HIJSM een halte aan de Biltstraat. Hier konden reizigers eenvoudig overstappen op de populaire paardentram naar De Bilt en Zeist. Deze halte groeide snel uit tot een druk station, wat ten koste ging van het verderop gelegen Maliebaanstation. Het oosterspoor verloor nog meer reizigers toen de concurrent Staatsspoorwegen na een fusie in 1890 fors investeerde in het station aan de westkant van de stad, het latere Utrecht Centraal.

Donkere bladzijde
In 1921 kwam de genadeklap voor het passagiersvervoer op het Oosterspoor. Treinen vanuit Hilversum konden bij Blauwkapel via een nieuwe verbinding doorrijden naar het snelgroeiende Utrecht Centraal. In 1939 vertrok de laatste passagierstrein uit Oost. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden 1.500 Joodse inwoners van Utrecht via twee transporten vanaf het Maliebaanstation gedeporteerd, een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Een monument ter plekke herinnert hieraan.

Chloortrein
Na de oorlog reden er alleen nog goederentreinen over het Oosterspoor, vaak met gevaarlijke stoffen zoals chloor. In 1978 richtten bezorgde buurtbewoners het Komité Stop De Chloortrein Utrecht op, die met ludieke acties probeerden de ‘giftreinen’ te stoppen. Ondanks hun inspanningen beeindigde AkzoNobel pas in 2002 het transport van chloor door dichtbevolkte gebieden.

Oude spoorwoningen
Langs het Oosterspoor werden bij elke overgang wachterswoningen gebouwd. De woningen aan de Burgemeester Reigerstraat 47A (1910), Korte Baanstraat 47B (1864), Zonstraat 48A (1873) en Koningsweg 52A (1873) zijn behouden gebleven. De woning aan de Abstederdijk 155 (1863) heeft lange tijd als dienstwoning gefungeerd. Spoorwachters die hier woonden, bedienden de spoorbomen en controleerden het spoor enkele keren per dag. De woningen langs het Oosterspoor kregen de toevoeging ‘A’ om ze te onderscheiden van de hoofdlijn richting Zutphen. Het zijn nu gemeentelijke monumenten.

Park Oosterspoorbaan
Eind 2012 werd het zuidelijke deel van het Oosterspoor buiten gebruik gesteld en afgesloten vanwege de verbreding van het drukke treintraject Utrecht – Arnhem en de aanleg van de Uithoflijn, de tramverbinding naar de universiteit. Sindsdien is het Spoorwegmuseum het eindpunt. In 2017 werd het oude dubbelspoor vanaf de Abstederdijk omgetoverd tot Park Oosterspoorbaan, een wandel- en fietspad dat de Maliesingel verbindt met de Koningsweg.

Locomotief uit de richting Maliebaanstation ramt het seinhuis van de overgang Burgemeester Reigerstraat, 1942. Linksachter is het puntdak van het brandwachtershuis (nu horeca) nog net te zien – Het Utrechts Archief
Komité Stop Chloortrein Utrecht op de spoorwegovergang Abstederdijk in 1979 – foto: Maria Smit
Postbesteller, bokkenkar en een paardenrijtuig van Van Gend & Loos in 1895 – Het Utrechts Archief
Station Biltstraat aan de kant van Buijs Ballotstraat 1908. Het station is afgebroken, maar de verbreding tussen de twee sporen ‘verraadt’ nog haar oude locatie – Het Utrechts Archief
Routenetwerk van de HIJSM in 1889 inclusief het Oosterspoor dat aansloot op het staatsspoor naar Arnhem – Het Utrechts Archief
Maliebaanstation in 1927 met rechts de locomotievenloodsen en boven het terrein waar nu speeltuin de Bloesem ligt

Sterrenwijk zomerkloar!

Ondanks de tropische hitte wordt er hard gewerkt in Sterrenwijk. De vrijwilligers van Stichting Present zijn volop bezig om de tuinen van oudere bewoners zomerklaar te maken. Onkruid wieden, overtollige stenen verwijderen, struiken snoeien en alles netjes schoonvegen; niets is te veel voor deze harde werkers. Wat een topactie!

Samen Aan de Slag
Stichting Present organiseert door het hele land honderden vrijwilligersdagen. Bedrijven, scholen en families kunnen zich inschrijven voor een klusdag. Dit is niet alleen goed voor teambuilding, maar ook een leuke manier om nieuwe steden of wijken te ontdekken. De stichting werkt vaak samen met buurtorganisaties zoals vandaag DOCK, Buurtteam, woningbouwcorporatie en wijkbureau. Deze organisaties kennen de bewoners goed en kunnen, naast het klussen, ook andere problemen oplossen. En het handige van klussen in Sterrenwijk: je krijgt de hele dag door updates over de kansen van Oranje op het EK van de lokale experts. Conclusie: we worden wel degelijk kampioen!

De vrijwilligers van Stichting Present – foto: Arnoud Wolff