Auteursarchief: Oostkrant

Stevens Fundatie

De Stevens-Fundatie aan de huidige Kruisstraat was een hofje met 50 vrijwoningen (zonder huur) bestemd voor protestantse getrouwde ambachtslieden, in 1860 gesticht uit de nalatenschap van notaris Gerard Stevens (1807-1857). In 1968 is het ondanks felle protesten grotendeels gesloopt, slechts het hoofdgebouw op de hoek Kruisstraat – Biltstraat (waar nu de bussen doorheen denderen) staat nog overeind. Je herkent het aan de grote letters ‘Stevens-Fundatie’ op de voorgevel.

Cholera uitbraak
Tijdens grote cholera uitbraak in 1866 speelde de fundatie een opvallende rol. De stad Utrecht werd zwaar geraakt, 5x meer doden dan het landelijk gemiddelde. Vooral in overbevolkte buurten als Wijk C. Maar aan de bewoners van de fundatie ging de uitbraak voorbij. De architectuur van Van Lunteren bleek de redding: de beneden etages bestonden uit één kamer, zodat de woningen goed konden doorluchten.
En heel vooruitstrevend voor die tijd: drinkwater kwam uit twee pompen op het voorterrein, terwijl de wasruimte achter het gebouw was. Die scheiding bleek een cruciale verdedigingslinie tegen de cholerabacillen. De landelijke overheid besloot daarop hygiëne in de volkshuisvesting de hoogste prioriteit te geven.

Studentenhuisvesting
In de jaren 30 werd de Kruissteeg te smal voor het toegenomen autoverkeer naar de nieuwe overburen zoals de Rijks HBS (nu Parnassos) en de Park Tivoli. In 1955 ‘pikte’ de gemeente de voortuin van het hofje in en verbreedde de weg. Het oog viel op het héle hofje toen Tivoli ruimte zocht voor een nieuwe concerthal. De gemeente kocht de fundatie daarom in 1959 op. De uitbreidingsplannen van Tivoli verdwenen echter in de prullenbak na aankondiging van het nieuw te bouwen muziekcentrum Vredenburg. Via de SSH mochten er tijdelijk studenten wonen, voor hen een paradijs op aarde vanwege de grote groene binnentuin. Sloop konden ze later ondanks protesten niet tegenhouden. Op het hoofdgebouw na ging alles in 1968 plat.

Rijksmonumentale waterpompen
Na de sloop bleef het braakliggende terrein jarenlang een sjofele parkeerplaats, totdat er een complex voor sociale woningbouw werd neergezet, bovenop de nieuwe parkeergarage voor de nabijgelegen schouwburg. De twee waterpompen werden tot rijksmonument verklaard en kregen een plek bij de Jacobikerk.

Het nog bestaande hoofdgebouw aan de Kruissteeg (nu Kruisstraat), gezien vanuit de Biltstraat – Foto: Het Utrechts Archief
Het verderop aan de Kruissteeg gelegen Concertgebouw Tivoli in 1929 – Foto: Het Utrechts Archief

Truus en Derkje herenigd

Student Truus van Lier (1921-1943) schoot in de oorlog als daad van verzet de beruchte politiechef Kerlen neer. Ze werd niet veel later opgepakt en uiteindelijk in 1943 in Sachsenhausen geliquideerd. Lees hier het hele verhaal. In 2021 onthulde burgemeester Sharon Dijksma een gedenkbord voor het ouderlijk huis van Truus aan de Prins Hendriklaan 50A (destijds nummer 48), waarin tegenwoordig de ticketoffice van het Rietveld-Schröderhuis zit.

Ook een struikelsteen voor Derkje
Achterneef Hans van Lier plaatste toen ook een zogenaamde struikelsteen in de stoep. Struikelstenen vind je in heel Europa bij huizen van slachtoffers van het naziregiem. Tezamen vormen die één groot monument. Er liggen nu 21 struikelstenen in Oost. Zaterdag 22 april 2023 plaatste wethouder Schilderman een steen naast die van Truus ter nagedachtenis aan haar moeder Derkje van Lier-Wensink (1890-1945). Die kwam hier direct na de geboorte van Truus in 1921 te wonen samen met haar man, de joodse advocaat Wim van Lier, en hun oudste dochter Miek.

Moeder ook gearresteerd
Nadat Truus vrij snel na de aanslag was opgepakt en vastgezet in het Huis van Bewaring in Amstelveen, bezocht Derkje haar dochter elke week. Totdat ook zij werd gearresteerd en afgevoerd, vermoedelijk omdat de Duitsers dachten dat zij betrokken was bij de aanslag. Ze stierf op 15 januari 1945 in het vrouwenkamp Ravensbrück aan uitputting, in de leeftijd van 54 jaar. Man Wim en dochter Miek overleefden de oorlog.

Levensloop en gedicht
De struikelsteen voor Derkje is een initiatief van (wijkgenoot) Jim Terlingen die veel historisch onderzoek doet naar Utrechtse joden in de oorlog. Zo schreef hij een boek over de Joodse Raad van Utrecht. Over Derkje schreef hij een uitgebreide levensloop. Hanneke van Eijken van het Utrechtse Stadsdichtersgilde schreef een gedicht over Derkje, mede geïnspireerd door een oude foto met haar man Wim in de tuin:

Derkje

in de ochtend wakker worden en beseffen
ze zijn er allemaal nog
maar buiten breken de dagen als glas

de sleutel in je hand voelen
de lakens binnen halen bij miezer
haren invlechten, soep koken
de gordijnen sluiten voor het geluid van laarzen
die stampen en knerpen op de laan

het leven steek voor steek losgetrokken zien worden
door een woede die niemand begrijpt
alles valt uiteen in kleine delen
ook voor wie weet hoe alle moleculen elkaar vasthouden

je lacht tegen de grijze lucht
op de foto in je tuin

het licht op je stoep 
trekt grove lijnen, een loper naar je huis

Foto’s: privéarchief Zegers de Beyl en Het Utrechts Archief

Koningsdag komt eraan!

Nog een week en dan … Koningsdag! Oost viert het Oranjefeest dit jaar op het sfeervolle terrein van de oude Kromhout Kazerne aan de Prins Hendriklaan. Een hele klus, maar het Oranjecomité is al maanden druk bezig om alles te regelen. En het enthousiasme in Oost is groot. “Van de 221 plekjes op de vrijmarkt zijn er al 200 gereserveerd, wie nog speelgoed en knuffels wil verkopen moet dus snel zijn, het loopt storm.” Het magazine Alex dat huis aan huis is verspreid, is ook goed ontvangen en inmiddels herdruk. “We hebben het verspreidingsgebied vergroot zodat we nóg meer ouders en kinderen uit Oost kunnen enthousiasmeren om te komen. De nieuwe oplage verspreiden we de komende dagen.”

Help een handje mee
Een Oranjefeest op zo’n groot terrein met levendige vrijmarkt, spannende attracties, foodtrucks en een groot podium vergt veel inzet van vrijwilligers om alles veilig en gezellig te houden. “We hebben in totaal 100 vrijwilligers nodig. De meeste taken zijn al verdeeld, maar we zoeken bijvoorbeeld nog hulp bij het opbouwen van de bar, versieren van het terrein, begeleiden van de kinderoptocht en ontvangst bij de poort. We hebben het zo georganiseerd dat een taak slechts 1 of 2 uur duurt, zodat je de rest van de dag lekker kan genieten. En zelfs het helpen als vrijwilliger is leuk, want je komt natuurlijk met iedereen in contact. Check het overzicht en vink aan waarmee jij wilt helpen.”

Meer info: www.koningsdagutrechtoost.nl

Struikelsteen voor Lenie

In de stoep voor de woning Burgemeester Reigerstraat 75 is op zondag 16 april een struikelsteen geplaatst ter herinnering aan Helena (Lenie) van Staveren (1909-1944). Dit was het huis waar ze opgroeide. Na haar huwelijk met Maurits Kiek verhuisde ze naar Eindhoven. Nadat haar man in 1940 was overleden aan een hartstilstand, keerde Lenie met zoon Bram terug naar haar ouderlijk huis. Later hertrouwde ze met Salomon Slijper. Zij werd in 1944, net als Salomon, in Auschwitz vermoord.

Initiatiefnemer van deze struikelsteen is Christien Sijbesma voor wie Lenie een oud-tante was. In Eindhoven werd al eerder een struikelsteen gelegd. Lees de biografie van Lenie van Staveren inclusief de familieverbanden. Deze struikelsteen is de twintigste in Oost, zie het overzicht met kaart.

Over het project Struikelstenen
Stolpersteine (struikelstenen, stolpern is het Duitse woord voor struikelen) is een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. De vierkante keien, 10x10x10 cm, hebben een messing bovenplaat met daarin een tekst gegraveerd, doorgaans de naam, geboortedatum en de plaats en datum van overlijden van slachtoffers van het naziregime. De stenen worden geplaatst in de stoep bij huizen waaruit zij zijn verdreven of vermoord. Verspreid over Europa vormen de stenen tezamen één groot monument.

Man fällt nicht über die Stolpersteine, du stolperst mit dem Kopf und dem Herzen

Foto’s van Ed Kanters, Arnoud Wolff en familiearchief Van Staveren / Sijbesma

Struikelsteen voor Lenie Van Staveren (Burg Reigerstraat 75)

Veranda tóch gesloopt

Het voormalige klooster aan de Deken Roesstraat is ruim een eeuw oud. De laatste monnik vertrok in 2018, het pand is verkocht. Er komen appartementen in. Maar de buurt trekt aan de bel. Waarom? Ze zijn niet tegen bewoning, maar willen niet dat daarvoor de unieke en puntgave veranda langs de binnentuin wordt gesloopt.

Achterkant is welstandsvrij
“Hoe kan dat, in een stad die trots zegt te zijn op al haar monumenten?” Kees Verboom en Eppo Groenewold van het buurtcomité ROES! (Red Ons Erfgoed, Stadsie!) snappen er weinig van. Ze hebben namens de bijna 50 omwonenden de afgelopen jaren een hele rechtsgang tot aan de Hoge Raad bewandeld om sloop te voorkomen, maar kregen steevast te horen: aan de achterkant van huizen gelden geen welstandsnormen, eigenaren mogen hun gang gaan. Ze wagen nog een uiterste poging. “We vragen nu de lokale politiek om in te grijpen. We weten dat de afdeling Erfgoed druk bezig is om dit klooster alsnog de status Religieus Monument te geven. Dat bleek al die tijd vergeten, tot onze stomme verbazing.”

Katholiek bolwerk
Die verbazing is niet vreemd. Dit buurtje is één groot monument: in 1894 bouwde de snelgroeiende katholieke parochie aan de Biltstraat 123 de imposante Onze Lieve Vrouwekerk. Rond 1900 stichtte Deken (kerkbaas) Roes achter de kerk vijf buurtscholen aan de Adriaanstraat en Pallaesstraat. Voor het onderwijs ‘huurde’ hij de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort in. Die kregen in ruil onderdak in het nieuwe stadsklooster te midden van de scholen, met een nieuwe weg om er te komen: de Deken Roesstraat. Zo ontstond een katholiek bolwerk in Buiten Wittevrouwen.

Kerk en school gesloopt
In 1972 werd de kerk wegens gebrek aan bezoekers gesloopt en de zusters in het klooster maakten plaats voor franciscaner monniken. Op de plek van de vroegere School B aan de Pallaesstraat is in 1992 de Katholieke Montessorischool gebouwd. De andere schoolpanden zijn in de loop der jaren verbouwd tot appartementen en kinderopvang. “Alleen het klooster met binnentuin en prachtige veranda ziet er nog zo uit als in 1902. Maar het is vreemd genoeg géén monument.”

Veranda in goede staat
Kees en Eppo lieten zelf een onderzoek doen naar de monumentale waarde van de veranda door erfgoedspecialist De Fabryck. “Het rapport is duidelijk: de veranda is kenmerkend voor de architectuur van Gerardus Ebbers, een leerling van Alfred Tepe die lange tijd gold als de huisbouwmeester van het aartsbisdom Utrecht.” De veranda was de (beschutte) overgang van gebouw naar wandeltuin, de plaats van rust en overdenking, een compacte kloostergang. De aanbouw is geheel in takt, zelfs het hout, het gele Engelsche glas (zonwerend), de terrassovloer en de dakbedekking van (zeldzame) Utrechtse blauwe platte pannen zijn nog puntgaaf. Eeuwig zonde als die verloren zou gaan!”

Komt Erfgoed nog op tijd?
“De afdeling Erfgoed is zeer enthousiast, zo wisten we via een WOB-verzoek te achterhalen. De vraag is: komt hun aanwijzing tot Religieus Monument nog op tijd? Onze hoop is dat de politiek op de rem trapt, het onderzoek van Erfgoed afwacht en vervolgens de verbouwplannen opnieuw laat beoordelen. Het zou een monumentale misser zijn als deze veranda gesloopt zou worden.” Raadslid Pepijn Zwanenberg (GroenLinks) gaat in ieder geval aan de slag met de zorgen van de bewoners: “Als stad zijn we zuinig op ons erfgoed, ik ga me sterk maken om dit klooster alsnog tot monument te verklaren, te beginnen met schriftelijke vragen aan de wethouder.”

Update 1 april 2023 (geen grap)
Tot grote schrik van de omwonenden is de projectontwikkelaar SOM tóch begonnen met de sloop. De staanders zijn weggehaald en vervangen door stempels. Ruit voor ruit wordt de aanbouw ontmanteld. “Ze weten dat 4 april de afdeling Erfgoed gaat beslissen over de monumentale status van de veranda”, zegt Eppo namens ROES! “Daarnaast ligt de zaak nog bij de Hoge Raad. Vermoedelijk wil de projectontwikkelaar beide partijen voor een voldongen feit plaatsen door nu snel te slopen. Weg is weg. En dan kan er uitgebouwd worden de tuin in, wat natuurlijk zeer lucratief is voor de eigenaar. Maar wel eeuwig zonde!”

Sloop is op 1 april tóch begonnen (geen grap) – Foto ROES
Veranda van het klooster in originele staat
Onze Lieve Vrouwenkerk aan de Biltstraat in 1908, gesloopt in 1972 – Het Utrechts Archief
Situatie in 1902; Later werd de Deken Roesstraat aangelegd (verlenging van de Badstraat) en in 1909 aangesloten op de Sweelinckstraat (waarmee het deel van de Kerkstraat richting Biltstraat kwam te vervallen)

Kaalslag Kovelaarstraatf

Kovelaarstraat in verzet! De bewoners van het smalle doodlopende zijstraatje van de Koningsweg (letterlijk, want het komt uit op de achterkant van begraafplaats Kovelswade) startten een petitie om verdere kaalslag langs de Oosterspoorbaan te voorkomen. Er liggen namelijk plannen voor nieuwbouw op ’t landje, het groene terrein aan het einde van de Kovelaarstraat. Als de plannen doorgaan, moeten ook de laatste 18 bomen (van de oorspronkelijke 53) tegen de vlakte voor zeven (luxe) woningen, waarvan drie pal langs het wandelpad van Park Oosterspoorbaan.

Blinde muur
De plannen dateren uit 2017. Ondanks bezwaren van de buurt kreeg de projectontwikkelaar groen licht voor bomenkap voor de bouw van zeven (luxe) woningen. Tot onvrede van bewoner Roos Goverde: “De natuur in onze straat wordt weggevaagd voor woningen die qua uitvoering en ligging totaal niet aansluiten op de rest. Drie woningen worden met de rug naar de Oosterspoorbaan gebouwd zodat wandelaars straks langs een 23 meter lange en 9 meter hoge, bijna blinde muur lopen. De zichtlijnen zijn weg. In de reactienota van de gemeente is na te lezen dat in 2019 de Welstandscommissie om die reden negatief heeft geadviseerd, maar daar gaat de wethouder aan voorbij. Ook Stichting Oosterspoorbaan is fel tegen de plannen.”

Illegale bomenkap
De projectontwikkelaar sloeg eerder al een bres in de bomenrij van Kovelswade om toegang tot het landje te krijgen en Roos vreest verdere kaalslag: “De gemeente geeft nu ook toestemming om een monumentale wilg ter hoogte van de Oosterspoorbaan te vellen. In de straat kapte hij in 2020 zelfs illegaal een aantal bomen. Slechts door me aan een boom vast te ketenen kon ik verdere kap voorkomen. Het ecologische onderzoek dat kap zou rechtvaardigen is gebrekkig uitgevoerd. Dit groengebied sluit aan op Park Oosterspoorbaan en is een belangrijke groene schakel in de verbinding Amelisweerd en de Binnenstad. Maar bij de gemeente lopen we steeds tegen een (blinde) muur van onwil en onbegrip. Onbegrijpelijk dat de gemeente wéér akkoord gaat met de kap van grote, gezonde bomen die we in onze drukke stad zo hard nodig hebben voor de leefbaarheid.”

Rijksmonument als bouwweg
Opmerkelijke details in de plannen: bij de nieuwe huizen is een keerlus gepland waardoor auto’s kunnen omkeren. “Dat gaat veel meer verkeer geven – en dan vanuit twéé richtingen – in ons nu nog rustige straatje dat is aangelegd in de tijd van paard-en-wagen en hondenkar … En bouwverkeer kan er al helemaal niet door. Maar daar is iets op gevonden: bouwverkeer mag van de gemeente straks via de begraafplaats Kovelswade, nota bene een Rijksmonument, naar de bouwplaats rijden …”

Update 28 maart 2023
De projectontwikkelaar kreeg uiteindelijk tóch toestemming om de resterende bomen te kappen. Met de kettingzagen maakte hij een definitef einde aan ‘t landje.

Uiteindelijk tóch kaalslag – foto: Eric Roeske 2023
Roos Goverde strijdt tegen de bomenkap op de Kovelaarstraat – Foto: Eric Roeske 2021
Uitzicht op ’t Landje vanaf wandelpad Oosterspoorbaan (links) met in de achtergrond de laatste huizen van de Kovelaarstraat – Foto: Arnoud Wolff
Muurgedicht op een gevel van de Kovelaarstraat – Foto Arnoud Wolff

Hoveniers van Oost

Utrecht, en zeker Oost, heeft een rijke tuindershistorie. Zo was Abstede eeuwenlang de moestuin van de oude ommuurde stad. Toen de stad ging uitbreiden buiten de grachten, schoven de hoveniers (Utrechtse naam voor tuinders) steeds verder op, tot aan Maarschalkerweerd toe. De buitenexpositie op Koningshof laat deze rijke geschiedenis zien.

Hoveniers
Oost was eeuwenlang de groentetuin van de bemuurde stad. Op de vruchtbare klei van de Kromme Rijn en zijtakken als de Minstroom was het goed tuinieren. De tuinders werden hoveniers genoemd, afgeleid van ‘de hof’, een smalle, langgerekte moestuin achter het huis. Bewoners tuinierden lange tijd binnen de stadsmuren, maar vanaf de 17de eeuw steeds meer erbuiten. Zoals in het Absteder buitengerecht (buurt met enkele stadse rechten) dat net buiten de Tolsteegpoort lag, een van de vier hoofdingangen van de stad. Bekende hoveniersfamilies in Abstede waren Agterberg, Jongerius, Koot en van Zijl.

Vruchtbare grond
De hoveniers in Abstede legden zich toe op winterspinazie en rode kool, gewassen die al vroeg in het voorjaar geoogst konden worden. Zo konden ze in de zomer en het najaar weer andere gewassen als bladgroenten, uien en prei telen. De vruchtbare gronden van Abstede leverden het hele jaar door opbrengst. De oogst werd met paard en wagen of hondenkar naar de markten in de stad gebracht, of verkocht aan de deur. Later nam de klokveiling (Paardenveld, later Croeselaan) de rol van handelsplaats over.

Einde groenteveiling
De stad breidde vanaf de 19de eeuw snel uit buiten de singels en de hoveniers schoven – gedwongen door oprukkende industrie en woningbouw – steeds verder op richting het buitengebied Maarschalkerweerd. Toen de Utrechtse groenteveiling eind 20ste eeuw haar deuren sloot, verdwenen ook de laatste hoveniers uit de stad. Groente en fruit kwamen inmiddels vanuit de hele wereld naar Utrecht.

Expositie Utrechtse hoveniers
Koningshof, dat is gevestigd in en rond de oude kassen van de bekende hoveniersfamilie Jongerius, zet zich in om het groene erfgoed van de hoveniers levend te houden. Zo kun je langs de moestuinen de buitenexpositie met titel ‘De hoveniers van Utrecht’ bekijken. Aan de hand van panelen met oude foto’s, prenten, landkaarten en anekdotes kun je de ontwikkeling door de eeuwen stap voor stap heen volgen. Verhalen over harde winterspinazie en rode kool, bijnamen als De Bril, De Blauwe en De Kraaij, de veiling en de rol van de katholieke kerk. Een aanrader voor wie wil begrijpen waarom bijvoorbeeld Oost zo’n merkwaardig stratenplan heeft en in het straatbeeld nog zoveel oude boerderijen en moestuinen zijn te zien.

Bekijk de expositie ook digitaal.

Hovenier met groentekar op de Notebomenlaan rond 1900 – Het Utrechts Archief
Tuinders aan het werk op een hof achter de Maliebaan 1860 – Het Utrechts Archief
Hovenierswoningen langs de Abstederdijk in 1829 – Het Utrechts Archief
Infopanelen op een typische éénruiter moesbak – Arnoud Wolff
Hoveniersgeschiedenis in Oost, speciale uitgave van Afdeling Erfgoed (2010)

Gaat TRUUS on tour?

De jonge student Truus van Lier uit Oost pleegde in de oorlog een aanslag. Daarmee voorkwam ze dat joodse stadgenoten werden opgepakt. Later werd ze verraden, gearresteerd en terechtgesteld. Lees hier het hele verhaal.

Was deze daad van verzet gerechtvaardigd? Zou jij dat ook doen?

Deze vragen komen aan de orde in de (jeugd)theatervoorstelling TRUUS, vorig jaar op 4 mei voor het eerst gespeeld in de Domkerk. Theatermaker Elles Leferink en onderzoeksjournalist Jessica van Geel (die een biografie schreef over Truus van Lier) willen het theaterstuk dit jaar opvoeren op scholen in het hele land. Wil je ook dat het verhaal van Truus verder verteld wordt? Doe dan mee aan de crowdfunding.

Scene uit de voorstelling met verteller Dolores – foto Iris Tasseron

Infobord Oosterbuurt

De lente is een dag oud en er bloeit al wat moois in de Oosterbuurt! Raadslid Annemarijn Oudejans onthulde een infobord. Daarop staat in woord en beeld de historie beschreven van dit hechte buurtje aan de oever van de eeuwenoude Minstroom.

Gemengde buurt
Het paneel is een initiatief vanuit de bewoners. Het past in de rijke traditie van de Oosterbuurt om het buurtgevoel via de buitenmuur te uiten. Eerder brachten ze in de Zonstraat al een muurgedicht en een tegeltableau aan. “We blijven aandacht vragen voor het belang van een gemengde buurt”, lichten de bewoners Jos Schuurman en Kees Bals toe. “Woningcorporatie Woonin, het voormalige Mitros, heeft al een groot aantal huurhuizen in deze buurt – voor veel geld – verkocht. Sinds 2019 dringen we erop aan om verdere verkoop te stoppen. Dan blijft de huidige verhouding tussen huur- en koopwoningen 50-50.”

Hulp van studenten
Dat de bewoners Annemarijn Oudejans vroegen om het paneel te onthullen, is geen toeval. “De gemeente wilde in de jaren 70 en 80 onze héle buurt slopen. Dat ging na protesten gelukkig niet door. We kregen destijds bij onze strijd veel steun van studenten die bewoners met kennis en organisatiekracht bijstonden. Aan de vooravond van de energietransitie (Oudwijk moet vóór 2032 van het gas) komen we om dezelfde reden graag weer in contact met studenten. Geweldig natuurlijk dat Annemarijn van de jonge partij Student & Starter, en zelf nog (master)student Sociologie, zo geïnteresseerd is in onze buurt.”

Verduurzaming
Het jonge raadslid sprak haar respect uit voor de grote betrokkenheid van bewoners bij hun buurt, die al zo ver teruggaat in de tijd. “Fijn kunnen wonen vergt ook inspanning, de rijke historie hier bewijst dat. En de verduurzaming is een volgende uitdaging waarin gemeente, woningcorporatie en bewoners moeten samenwerken. Hopelijk hebben we geleerd van het roerige verleden en verloopt dat in goede harmonie. Samen maken we Utrecht.”

Raadslid Annemarijn Oudejans en leden van het buurtcomité Jos Schuurman en Kees Bals voor het paneel met daarop de historie van de Oosterbuurt – foto Arnoud Wolff
Het infobord met de geschiedenis van de Oosterbuurt

Oosterbuurt

Ingeklemd tussen de Minstroom, Oosterstraat en Oudwijkerdwarsstraat ligt de Oosterbuurt. Honderd huizen, en van oudsher een sterk buurtgevoel. Toen in de jaren 50 Utrecht grootse plannen had om de binnenstad, met name Hoog Catharijne, via brede invalswegen beter bereikbaar te maken, dreigde grootschalige sloop van dit buurtje. De Oosterbuurt lag letterlijk in de weg. De gemeente begon de oude panden op te kopen en liet die verkrotten in afwachting van de sloopkogel.

Roerige jaren 70 en 80
Maar de buurt kwam in opstand. Actiegroepen werden opgericht en er volgden protestacties, ronkende buurtberichten, felle juridische procedures en luidkeelse aanwezigheid bij raadsvergaderingen. Toen in 1971 de Raad van State een streep door de plannen voor brede invalswegen zette, leek de strijd gestreden. Toch besloot de gemeente de sloopplannen door te zetten, maar nu voor nieuwbouw, wat voor bewoners hogere huren zou betekenen.

Verzoening
De protesten laaiden opnieuw op. Woningen werden gekraakt en door de gemeente weer ontruimd, het waren roerige tijden. Pas in 1983 trok de gemeente de sloopplannen in en luwde de strijd. Op 15 mei 1985 metselde gemeente en buurtcomité als teken van verzoening een gedenksteen in de gevel van Zonstraat 28 met de tekst ‘Hier rust het ongenoegen van de Oosterbuurt’. Achter de steen ligt de afstudeerscriptie uit 1984 van rechtenstudent Gerben Schuhmacher over de strijd in de jaren 70 en 80.

Strijd tegen uitponden
In 2019 hing het opnieuw actief geworden buurtcomité een spandoek aan de gevel van Zonstraat 21 om het uitponden (verkopen van een huurwoning als de huurder vertrekt) door Mitros (sinds 2023 Woonin) te stoppen. De Utrechtse woningcorporatie heeft de in de jaren 70 en 80 opgekochte woningen onder haar hoede. Nu de huizenprijzen fors gestegen zijn, wil zij bezit verkopen om elders in de stad (goedkoper) nieuw te kunnen bouwen. De buurt vreest echter aantasting van het buurtgevoel en protesteert. Oude tijden herleven! En opnieuw met succes: Mitros zegde toe tot 2024 te stoppen met uitponden in de Oosterbuurt.

Muurgedicht en tegeltableau
In juli 2020, precies 35 jaar nadat de buurt de strijd om haar bestaan won, onthulde wethouder Diepeveen in het bijzijn van leden van het buurtcomité en dichter Peter Drehmanns een gevelgedicht op de zijgevel in de Zonstraat. In 2021 volgde een tegeltableau met een archieffoto van de Zonstraat uit 1910 en in 2023 een paneel met de historie van de Oosterbuurt. Met deze symbolen houdt de Oosterbuurt de herinnering levend aan een lange strijd.

Lees hier het (digitale) boek Oosterbuurt, een buurt die wist te winnen (1986)

Actievoerders en wethouder plaatsen een gedenksteen (1985) – Foto: Het Utrechts Archief