Auteursarchief: Oostkrant

Busje (weer) klem

Met een grote klap reed de bezorger zich klem onder het lage viaduct bij het Rietveld Schröderhuis. De zoveelste, want de onderdoorgang heeft al veel busjes gescalpeerd. Een paar jaar geleden is er een hoogteportaal geplaatst met rood-witte balk om chauffeurs te waarschuwen voor de geringe hoogte. Desondanks wordt de buurt opgeschrikt door een luide knal.

Druk, druk, druk
De jonge, Engels sprekende chauffeur zit nog wat verdwaasd achter het stuur. “Het is mijn eerste werkdag”, zegt hij verontschuldigend. “Ik keek op het navigatiescherm.” Maar hoorde je dan geen klap van de waarschuwingsbalk toen je het hoogteportaal passeerde? “Jawel, maar ik dacht een tak van een bomen te raken.”
Enfin, de koelkasten in Rijnsweerd worden vandaag waarschijnlijk toch níet gevuld … #drukdrukdruk

Foto: Bezorger klem onder viaduct bij Rietveldhuis – Arnoud Wolff

Boek: De Joodse Raad van Utrecht

Schrijver en historisch onderzoeker Jim Terlingen, een bekend gezicht in Abstede, heeft een fascinatie voor wat er met joden, met name in Utrecht, in de oorlog is gebeurd. In zijn nieuwste boek (358 pagina’s) beschrijft hij in detail de rol van de Joodse Raad in Utrecht, en hoe die – noodgedwongen – samenwerkte met gezag, politie en jodenjagers bij het deporteren van joden.

Feiten boven tafel
Jim heeft een reputatie met grote vasthoudendheid feiten en verhalen boven water te krijgen die lang verborgen of onbekend waren. Uitkomsten van zijn onderzoeken liggen dikwijls gevoelig, want het betreft een zwarte bladzijde in de 900-jarige geschiedenis van onze stad. Zo zijn meer dan 1.200 joden (van de ongeveer 1.600) gedeporteerd via het Maliebaanstation, tegenwoordig Spoorwegmuseum. Hij heeft uitgeplozen of al hun namen op het Joods Monument uit 2015 bij het Spoorwegmuseum wel kloppen, en of er namen ontbreken of juist onterecht vermeld zijn. Met een voor de makers pijnlijke, maar noodzakelijke rectificatie als gevolg.

Joodse Raad
De Duitse bezetter eiste een aanspreekpunt vanuit de joodse gemeenschap, en daarom richtte een aantal joodse notabelen in november 1941 de Joodse Raad Utrecht op. Die speelde een grote rol bij de eerder genoemde deportaties. Vreemd genoeg is er volgens Jim weinig over deze afdeling van de Joodse Raad gepubliceerd: “Er is een boek uit de jaren ’80 waarin werking en samenstelling summier beschreven staan. Over de Amsterdams (hoofd)afdeling is veel meer bekend. Sowieso is in Utrecht veel informatie uit de oorlog verloren gegaan. Zo is het politiearchief uit die tijd spoorloos. Ik heb veel tijd en energie bestoken in het achterhalen van namen, data en gebeurtenissen inclusief verslagen van ooggetuigen.”

Krentenbollen voor onderweg
“Een voorbeeld van zo’n feit is dat de Joodse Raad bij de twee massale deportaties in 1942 aan de joden die hier op het stationsplein in de rij stonden, krentenbollen meegaven voor onderweg. Natuurlijk met de beste bedoelingen, maar omdat wij de eindbestemming kennen, komt het bizar over. In mijn boek beschrijf ik hoe dat er aan toe ging op dit plein: het vormen van rijen, de mix van onwetendheid, angst en hulpeloosheid. Met o.a. een ooggetuigenverslag van een aanwezige politieman.
Ik wil van joden, die vaak slechts als slachtoffergroep aangeduid worden, weer mensen, stadsgenoten, maken. Daarom zoek ik ook in dit boek vooral naar feiten, hoe pijnlijk en ongemakkelijk die ook kunnen zijn. Het duiden en oordelen laat ik aan anderen.”

Boekpresentatie
Op vrijdag 29 april is de boekpresentatie bij Broese om 16:00 uur (inloop 15:30 uur). Het eerste exemplaar zal worden overhandigd aan schrijver-kunstenaar Pieter Hein die als joods jongetje in Utrecht tijdens de oorlog zat ondergedoken. Meer info en aanmelden (gratis) via Broese. Vanaf die dag is het boek ook in Oost verkrijgbaar (koop lokaal!) bij boekhandel Bruna op de Nachtegaalstraat, en online via Brave New Books online.
Contact Jim via www.jimterlingen.nl

Jim Terlingen schreef een boek over de Joodse Raad in Utrecht – Arnoud Wolff

Truus van Lier

Verzetsvrouw Truus van Lier (1921-1943) schoot op 3 september 1943 de hoofdcommissaris van politie Gerard Kerlen dood die op het punt stond een grote groep Utrechtse joden en verzetsmensen op te pakken. Niet veel later werd de jonge rechtenstudent verraden en voor het vuurpeloton gezet.

Opgegroeid in Oost
Geertruida (Truus) van Lier groeide op in het huis naast het RietveldSchröderhuis waar nu het ticketoffice van het Centraal Museum in zit. Na haar schooltijd aan het Christelijk Lyceum in Zeist ging ze rechten studeren in Utrecht. Via haar studentenvereniging UVSV (door de bezetter aangemerkt als verboden organisatie) werd ze lid van de Amsterdams verzetsgroep CS-6. Die vervoerde in het geheim wapens, deed undercover operaties, bracht onderduikers in veiligheid en voerde aanslagen en liquidaties uit.

Aanslag op politiechef
Op 3 september liep ze vlakbij de Catherijnesingel de Utrechtse hoofdcommissaris van politie en NSB-er Gerard Kerlen tegemoet, en schoot hem dood. Met de aanslag wilde ze voorkomen dat Kerlen, die bekend stond als fanatiek jodenjager, nog meer onderduikers zou laten oppakken. Na de aanslag vluchtte ze, dook onder in Haarlem, maar werd – met een prijs van maar liefst 10.000 gulden op haar hoofd – al snel verraden door Irma Seelig die (letterlijk) in de tang zat van de Duitse Sicherheitsdienst. Truus werd overgebracht naar de gevangenis aan de Gansstraat. Omdat de bezetter uit angst voor opstand geen vrouwen op Nederlandse bodem wilde fusilleren, werd voor haar – zo stond in een persbericht – een ‘passende oplossing’ bedacht: op 27 oktober 1943 werd ze in Duitse kamp Sachsenhausen terechtgesteld.

Biografie
Schrijver (en buurtgenoot) Jessica van Geel schreef in 2022 een boek over de dappere verzetsvrouw die opgroeide in Oost. In 2018 publiceerde ze al een biografie over Truus Schröder, eigenaar van het RietveldSchröderhuis en destijds de buurvrouw van Truus van Lier. “Mevrouw Schröder repte in briefwisseling met familie over haar buurmeisje Truus dat vaak met haar drie jaar oudere zus Miek bij haar thuis speelde en later, na de aanslag in 1943, gesprek van de dag werd. Dat wekte mijn nieuwsgierigheid: wie was dat heldhaftige buurmeisje? Het was in de oorlog zeldzaam dat vrouwen het gewapende verzet ingingen. Veel mensen kennen het verhaal van verzetsstrijder Hannie Schaft door de film en het boek. Maar we weten nu dat Truus van Lier haar aanslag pleegde vóórdat Hannie Schaft de wapens trok. Misschien was ze wel de eerste vrouw die in haar eentje een liquidatie uitvoerde.”

Gedenksteen en struikelsteen
Burgemeester Sharon Dijksma onthulde op 22 april 2021 een gedenkbord bij het geboortehuis, honderd jaar na de geboorte van Truus van Lier. “Een vrouw met ballen”, zo sprak ze in haar toespraak. In de stoep voor het huis werd door achterneef Hans van Lier ook een Stolperstein (struikelsteen) gelegd als onderdeel van het wereldwijde gedenkmonument van kunstenaar Gunter Demnig.

Audiotour
De verhalen van Truus en haar nichtje Trui, ook actief in het verzet (ze runde o.a. de crèche Kindjeshaven verderop aan de Prins Hendriklaan 4), inspireerde theatermaker Frédérique Donker om een audiotour te maken langs de plekken in Utrecht die herinneren aan hun verzetsdaden. De wandelroute is ongeveer 4 km lang. Startpunt is het gedenkbord van Truus naast het Rietveld-Schröderhuis, eindpunt het narcissenmonument langs de Catherijnesingel.

Schrijver en histroicus Jessica van Geel – Arnoud Wolff

Maria’s eetwinkel stopt

Te Koop! De boodschap op het bord aan de pui van de Maria’s is duidelijk en treurig tegelijkertijd: eigenaar Maria Voors stopt met haar eetwinkel aan de Jan van Scorelstraat. Nota bene in haar jubileumjaar! Want 25 jaar geleden huurde ze een kraampje om etenswaren te verkopen tijdens een buurtfeest in Wittevrouwen. Het bleek haar roeping, en ze begon een cateringbedrijf voor bedrijven, feesten en partijen.

Biologisch en bourgondisch
“Lekker koken, dat doe ik het liefst, ook voor anderen. Het is mijn bourgondische inslag. In het begin was het keihard werken vanuit een kleine keuken thuis. Zeventien jaar geleden kon ik gelukkig dit pand overnemen. Met voldoende ruimte voor een grote, professionele keuken en opslag. Zo kon ik doorgroeien. Het werken met een team van koks, bezorgers en medewerkers op locatie, veelal jonge mensen, heb ik altijd geweldig gevonden. We verzorgden op het hoogtepunt het eten en drinken voor gezelschappen tot wel 600 gasten. En altijd 100% biologisch! Vijfentwintig jaar geleden was dat nog uniek. Ik heb jarenlang stad en land afgestruind op zoek naar biologisch producten en ingrediënten waarmee ik gasten lekkere maaltijden en hapjes kon serveren. Tegenwoordig is er veel meer aanbod, gelukkig maar.”

Jonge mensen begeleiden
“In de coronatijd had de cateringmarkt het moeilijk, maar het gaf me ook energie om een stapje extra te zetten en de zaak tóch draaiende te houden. Dat is gelukt. Maar het is mooi geweest, tijd voor iets anders. Ik ben opgeleid psycholoog en zou graag jonge mensen begeleiden, bijvoorbeeld in of via de sport. Zonder alle zorgen en stress van (haperende) apparatuur, voorraad, keuken en een winkel. Het voelt als: wat ga ik later worden? Ik laat het op me af komen. Wél blijf ik wonen in Oost, het contact met klanten en de buurt heeft me altijd een goed gevoel gegeven.”

Utrechtsche Asphaltfabriek

De Utrechtsche Asphaltfabriek kreeg in 1889, toen nog onder de naam firma Stein en Takken, een vergunning voor een asfaltfabriek tussen de Kromme Rijn en de Gansstraat. Gijsgert Takken (1862-1929) was een handelaar in brandstoffen, Max Stein (1861-1892) een zoon van een Duitse asfaltfabrikant. De Gansstraat was als uitvalsweg naar Bunnik en Wijk bij Duurstede een gunstige vestigingsplek voor industriële bedrijven. Zo zaten naast de asfaltfabriek ook dechouthandel Kivit, een aantal garagebedrijven en meerdere smederijen.
Deze asfaltfabriek wordt vaak verward met de concurrent de Eerste Nederlandse Asphaltfabriek, later Gurtzgen & Van Straaten, aan de Zonstraat. Deze firma werd opgericht door de Duitser August Gurtzgen, de schoonvader van de jong overleden oprichter Max Stein.

Groot fabrieksterrein
Stein en Takken maakte voornamelijk asfaltpapier (dakbedekking) uit steenkoolteer, een restproduct van de grote gemeentelijke gasfabriek die stond waar nu het Griftpark ligt. Transport ging via de Stadsbuitengracht en de Kromme Rijn. De asfaltfabriek had als bijproducten naphtaline, parafinelak en creoline. Het fabrieksterrein was groot met enorme tanks voor teeropslag, vier distilleerketels, koelbakken, draaiketels voor de productie van asfaltpapier, eigen watertoren en magazijnen voor opslag. Eén van de magazijnen, het witte depotgebouw aan Gansstraat 132 (bouwjaar 1906), staat nog overeind. Het is tegenwoordig een woonhuis.

Verwoestende brand
In 1918 brandde de fabriek grotendeels af. Een verslaggever meldde dat zelfs ‘de rivier in brand stond’. Grote angst was dat de vlammen over zouden slaan naar omliggende bedrijven en de naburige gevangenis. Het gevolg was een enorme bodemvervuiling tot wel 13 meter diep. Het grondwater was zelfs tot op 50 meter vervuild. Sindsdien reinigde een speciaal gebouwde zuiveringsinstallatie aan het Tolsteegplantsoen jarenlang het grondwater. Tot op de dag van vandaag is het terrein opgenomen in het bodemsaneringsprogramma van de gemeente Utrecht en wordt jaarlijks gecontroleerd. Op het gesaneerde terrein verrees een nieuwe woonwijk met onschuldig klinkende straatnamen als Fuut- en IJsvogelhof.

Sluiting en sanering
Teerasfalt werd eind 20ste eeuw verboden en vervangen door asfalt op basis van aardolie (bitumen). De fabriek sloot haar deuren in 1934. Alleen een depot voor opslag en verkoop bleef in bedrijf tot 1981. Op het voormalige fabrieksterrein liggen nu de Eendstraat en IJsvogelhof.

Afbeelding uit 1913, helemaal links het bewaard gebleven witte depotgebouw. Om de fabriek imposanter te laten lijken is een breed perspectief gekozen en de Kromme Rijn afgebeeld als imposante rivier – Foto: Het Utrechts Archief
Het witte voormalige depotgebouwen – Foto: Het Utrechts Archief
De brand in 1918 – Foto Het Utrechts Archief

Reigerstraat geroosterd

De Burgemeester Reigerstraat wordt opnieuw ingericht. Het wegdek krijgt in het midden – net als de Nachtegaalstraat – over de volle lengte een klinkerpatroon. Dat is niet het werk van een vakbekwame stratenmaker, maar het resultaat van een ingenieus procedé: eerst verhitten ze het asfalt tot 150 graden, om vervolgens met een stalen mal het klinkerpatroon in het asfalt te persen. Meter voor meter wordt de winkelstraat ‘geroosterd’.

Het bos van Albrachthof

De smoezelige onderdoorgang vanaf de Bloemstraat naar de Albrachthof is opgefleurd. Aan beide gevels heeft de Utrechtse Verfdokter (Robert-Jan Brink) een groot bos geschilderd. Tot grote tevredenheid van Sieni en Ko. Zij wonen aan de Albrachthof en hun voordeur zit in de onderdoorgang. Ze stappen zo het bos in en uit. “Bewoners hebben de woningcorporatie BO-Ex gevraagd om de onderdoorgang wat vrolijker te maken. Dan laten mensen hier misschien ook minder troep achter. En het voelt veiliger. Daarom vroegen we ook om een licht, open bos, zodat bewoners hier ’s avonds niet alsnog het gevoel hebben door een donkere steeg te lopen. Het is prachtig geworden.”

Stal in het bos
Sieni en Ko hadden aan hun gevel in de onderdoorgang een zelfgemaakte stal staan. In de winter zitten er schaapjes en engelen, met Halloween liggen er vrolijk kijkende pompoenen. Komt de stal terug? “Ja, we gaan kijken of het past. We halen de achterkant eruit, dan kijk je er dwars doorheen. Alsof de stal in het bos staat. Pasen komt er aan, dus we willen de Paashaas natuurlijk weer een mooie plek geven. De Verfdokter vond het prima, hij wil zelfs helpen om de stal goed aan te laten sluiten op de schildering. Dan wordt het écht 3D!”

Maker: De Verfdokter @2022
Locatie: Albrachthof

Eerste Stap in Rijnsweerd

Is het een schommel of een ander speeltoestel? Qua kleur en vorm kan het allebei. Grote kans dat je al vaak langs dit beeld bent gekomen, zonder het écht te zien. Als ik erover vertel, kijken vrienden mij verbaasd aan: Staat daar een kunstwerk? Eigenlijk gek, want het beeld van kunstenaar Helma van Rens aan de Weg tot de Wetenschap ter hoogte van de Wim Sonneveldlaan is niet te missen.

‘Eerste Stap’ heet het. De rode metalen constructie lijkt op gigantische benen. Of is het een metafoor, en duidt de titel op de eerste stap die studenten zetten om uit huis te gaan? In het jaar dat het kunstwerk werd geplaatst, 1988, zijn ook de eerste studentenwoningen op de Uithof opgeleverd. Of verwijst de naam naar de naastgelegen speelweide? Ook daar worden eerste stapjes gezet.

Ga je richting de Uithof? Sta even stil bij dit beeld, want door de constructie heen zie je de omgeving als door een lens. Deze blik kan een (nieuwe) eerste stap zijn.

Locatie: Weg tot de Wetenschap (Rijnsweerd)

De Zilveren Schaats

Verscholen tussen de Waterlinieweg en de Frederik Hendrikstraat, zichtbaar vanaf de Rembrandtkade, ligt het natuurgebied de Zilveren Schaats, ruim 2 ha groot. Het is vernoemd naar de oude schaatsclub langs de watergang. Een oase van rust te midden van de stedelijke hectiek.

Gedekte weg
De militaire verbindingsweg tussen de Fort De Bilt (bij de Berekuil) en Fort Vossegat (nu: Kromhoutkazerne) kreeg in 1876 aan de oostkant een drie meter hoge wal, het werd een zogenaamd gedekte weg. Soldaten konden zich voortaan veilig tussen de forten verplaatsen. De Genie groef de aarde ter plekke uit. De 300 meter lange ‘kuil’ die zo ontstond liep vol grondwater en vormde in koude winters de perfecte ijsbaan. Hoge militairen en notabelen uit de stad richtten in 1879 ter plekke een ijsclub op: de Zilveren Schaats, die tot de oorlogsjaren actief bleef.

Ridderschapsvaart
Minder bekend is dat een ander, eeuwenoud water het natuurgebied in de volle lengte doorsnijdt: de Ridderschapsvaart. Dit kanaal werd in 1661 uitgegraven om de Biltsche Vaart en Minstroom te verbinden. Zo konden trekschuiten vanuit Zeist en De Bilt zand naar de drassige hoveniersgronden van Abstede varen en mest retour nemen om de schrale Biltse gronden te verrijken.

Waterlinieweg
Met de aanleg in 1942 van Rijksweg 22, later Waterlinieweg, werd de Ridderschapsvaart deels gedempt. Door de watergang van de Zilveren Schaats uit te graven en aan te sluiten op de Biltsche Grift en de Minstroom, bleef de aftakking bij Rijnsweerd van de Kromme Rijn verbonden met de singels.

Ecologisch beheer
De voormalige militaire weg en het omliggende terrein bleef na het ontmantelen van de Hollandse Waterlinie decennia lang onberoerd. Dat was zeer gunstig voor de natuurontwikkeling. Sinds 1996 beheert de bewonersvereniging de Zilveren Schaats het natuurgebied in samenwerking met gemeente en waterschap, daarbij geholpen door een kleine kudde Maaasduinschapen. Het terrein is nog altijd besloten gebied, maar geïnteresseerden kunnen via excursies en open dagen kennis maken het historische natuurgebied.

Buurt: Wilhelminapark eo | kaart

Het paviljoen van ijsclub De Zilveren Schaats in 1910 – Het Utrechts Archief

Uitzicht

De zijgevel van het hoekpand aan de Abstederdijk heeft een nieuw Uitzicht: een muurschildering van de hand van het Amsterdamse Ikwilgraffiti van de broers Wessel en Stein Koning. Bewoonster en opdrachtgever Alice Kan (net 80 geworden) woont hier al bijna 50 jaar en wil graag iets nalaten aan toekomstige generaties. Via het sleutelgat kan ze tot in lengte der dagen even stiekem gluren hoe het met haar buurtje(s) gaat.

Verbinding
Eerder, toen de Parallelweg nog langs haar huis liep en je via het kippenbruggetje over de Minstroom naar de singel kon lopen, had ze al een kleine muurschildering in de vorm van eens scheikundige verbinding van vitamine C laten aanbrengen door een chemiestudent. “Omdat mijn man chemicus is leek me dat wel toepasselijk.”

Maker: Ikwilgraffiti @2022
Locatie: Abstederdijk / Oosterspoorbaan

Uitzicht – foto Arnoud Wolff