Auteursarchief: Oostkrant

Hoe stemde Oost?

Bekijk hier hoe Oost heeft gestemd bij de gemeenteraadsverkiezing 2022. De opkomst in onze wijk was met 72,5% fors hoger dan de stad (56,3%). GroenLinks kreeg met 20,7% de meeste stemmen, gevolgd door D66 (18,0%). Opvallend is dat Student & Starter inmiddels de derde partij is in Oost. Daarna volgen VVD (8,4%), PvdA (7,9%), Partij voor de Dieren (7,3%) en nieuwkomer Volt (7,1%).
In Oost kregen GroenLinks, D66, Student&Starter, Partij voor de Dieren en Volt relatief veel stemmen vergeleken met de stad als geheel.

De nieuwe partij EenUtrecht van buurtgenoot Gert Dijkstra scoorde voldoende stemmen voor een zetel in de gemeenteraad. Dat lukte onze andere buurtgenoot Marcello van de Wal net als vorig jaar niet.

Bron: Verkiezingsuitslag gemeente Utrecht @2022

Peek & van Beurden stopt

Het is even schrikken voor de vele vaste klanten van Peek & van Beurden aan de Nachtegaalstraat: er hangt een aankondiging achter het raam dat de delicatessenwinkel eind april de deuren sluit. Na 26 jaar (en twee maanden) verdwijnt de markante rode luifel van de gevel. Edwin Peek en zijn vrouw Kitty willen op een andere manier gaan ondernemen.

Toekomst zonder winkel
“De winkel is al die jaren altijd open geweest. Dag in, dag uit. En altijd samen hè, we hoefden bij het avondeten niet te vragen: Hoe was jouw dag? En weinig vakantie ook. Ik ben nu 51, nu kan ik nog prima iets anders beginnen. Liefst in de food branche, maar zónder winkel. Bijvoorbeeld jonge ondernemers adviseren en inspireren hoe ze hun innovatieve producten het beste op de markt brengen. Daar zou ik mijn ervaring en kennis voor willen inzetten.”

Speuren naar bijzondere producten
Edwin’s vader had jarenlang de Snuffelshop (rookwaren, kado’s en snoep) op de hoek van de Frederik Hendrikstraat. Hij heeft het winkelieren dus niet van een vreemde. Toen de buurtwinkel Van Beurden te koop kwam, handelde hij snel. “Binnen een week was alles rond, dat kon toen nog. In 1996 was er nog geen supermarkt op de Nachtegaalstraat. Voor dagelijkse producten als een pak Douwe Egberts koffie kwamen mensen bij ons. Dat veranderde met de komst van Albert Heijn, toen zijn we ons op speciale producten gaan richten. Nachochips waren bijvoorbeeld een delicatesse in die tijd. Zodra producten opgenomen werden in het supermarkt assortiment, gingen wij weer op zoek naar nieuwe hoogwaardig, unieke producten. En die hoefden niet persé duur te zijn! Voor veel merken waren wij letterlijk de proeftuin. Zo verkochten wij als eerste in Utrecht Ben & Jerry’s ijs.”

Sfeer en service
“Vanaf het begin hebben we ingezet op persoonlijke benadering en goede service. Dat brengen we onze medewerkers ook altijd bij: geef alle klanten volle aandacht. Klanten komen van heinde en verre om bij ons hun favoriete producten te kopen. Ze kunnen die ook elders of online krijgen. Maar ze gunnen het ons vanwege de sfeer en service. Daar hebben we al die jaren keihard voor gewerkt. Dat merk ik ook aan de reacties van klanten: ze vinden het écht jammer dat we stoppen. Maar snappen ook dat, na al die intensieve jaren, het voor ons tijd is voor iets anders. Die fijne, dagelijkse contacten gaan we natuurlijk wel missen. Hopelijk gaat de buurt ook genieten van het assortiment zuivel, worsten en vers gebrande noten van onze winkelopvolger de Zuivelhoeve.”

Foto: Edwin Peek voor de karakteristieke gevel van zijn winkel – Arnoud Wolff

Scouting aan de Rijndijk

Scouting Utrecht Oost (SUO) zit achter het Waterliniefort de Lunet I, tussen de Koningsweg en het water van de Kromme Rijn. De perfecte plek voor de scouts van alle leeftijden om lekker samen in de natuur te spelen en te bouwen. Waar kan dat nog in de stad? Maar ook: hoe lang kan dat nog? Want de stad wil uitbreiden en het hele gebied aanharken tot het zogenaamde Lunettenpark. Is daar nog ruimte voor de jonge avonturiers? Daarover zijn ze sinds vorig jaar in gesprek met de gemeente.

Wees paraat en doe je best!
Minder bekend is dat de bijna 100-jarige stichting aan het eind van de Rijndijk achter het tweede Waterliniefort Lunet II nóg een locatie heeft, speciaal voor leden met een lichamelijke beperking, de zogenoemde WePaDoJeB (Wees Paraat en Doe Je Best). Zij vieren dit jaar hun 50-jaar jubileum. Zo’n twintig welpen (7-12 jaar) en scouts (12-17 jaar) komen elke maand bijeen in het aan rolstoelgebruikers aangepaste ‘troephuis’ met ruime tuin. Ook deze locatie moet mogelijk wijken voor het Lunettenpark. De gemeente wil namelijk de oude schootsvelden van de Hollandse Waterlinie weer leeg maken.

Rustige plek
Desondanks is een groep ouders en vrijwilligers vandaag op NLdoet aan het klussen om de site klaar te maken voor het seizoen. Nieuwe schutting, de bestrating weer vlak maken, de ramen zemen, en zelfs een nieuw welkomstbord bij de entree, mogelijk gemaakt door firma P van Leeuwen uit Meerkerk.
Groepsvoorzitter van WePaDoJeB Marja van Kuijk is blij met alle hulp: “Het is fijn dat jonge scouts met een lichamelijke beperking hier een eigen, rustige plek hebben om te spelen. We verhuren de locatie doordeweeks aan Dagcentrum Utrecht Oost (DUO) die hier dagbesteding aanbiedt aan ouderen met dementie. Ook voor hen zijn vlakke paden en ruime toiletvoorzieningen belangrijk. Mochten we hier niet kunnen blijven vanwege het Lunettenpark, dan hopen we op nieuwe, aangepaste faciliteiten bij ons hoofkwartier aan de Koningsweg.”

Foto’s: Jonge scouts, begeleiders en vrijwilligers tijdens de klusdag van WePaDoJeB aan de Rijndijk (Marja met rode trui) – Arnoud Wolff

Wilhelminapark 110x

Kaat Suringa schilderde het afgelopen jaar een serie portretten van het Wilhelminapark. Ze gebruikte daarvoor paneeltjes, oude kleurstalen, die ze kreeg van Gijsbert van de winkel Torba Villa op de Nachtegaalstraat. Ze had zich voorgenomen er honderd te maken, en dat is gelukt: op het laatste paneel vereeuwigde ze de twee reusachtige Corsicaanse Dennen die achter het beeld van Wilhelmina staan, zie foto.

Dagboek van het park
“Ik woon in Oudwijk Noord en wandel graag door het park. Al die prachtige bomen, jong en oud, dik en dun, recht en krom, sommige alleen, anderen in groepjes, wat een variëteit! Tijdens de corona lockdown vond ik hier rust en afleiding, en besloot ik om de bomen van het park te schilderen. Een jaar lang, honderd panelen, verdeeld over alle seizoenen. Zon, sneeuw, water en wind, alles komt voorbij. Het leest als een soort dagboek, het park in coronatijd.”

Het park geeft energie
“Tijdens het schetsen en maken van foto’s kwam ik in contact met parkbezoekers. Ontroerende reacties soms. Zo leerde ik een vrouw kennen die werkt in het Diak. Vooral tijdens corona hadden zorgmedewerkers het zwaar. Ze zei dat ze in de pauze met collega’s naar het park ging om even op te laden. Dat vind ik zo mooi aan dit park: dat het energie geeft aan zijn bezoekers.”

Herinnering aan een bijzondere tijd
“Ik hoop dat mijn schilderingen hun weg vinden naar jong en oud. Deze honderdste is voor Gijsbert die me de panelen gaf. Ik heb er een aantal verkocht aan bezoekers en omwonenden die graag een herinnering aan het park en deze bijzondere tijd wilden. Jongeren hoop ik ook te inspireren, ik zie ze vaak in het park genieten van de plek en elkaar. Wie langs wil komen om over het park of de schilderingen te praten, is van harte welkom. Ik vond het zelf een bijzondere ervaring om het park zo opnieuw te leren kennen, dat gevoel deel ik graag met de buurt.”

De complete serie kun je bekijken op haar website. Een aantal paneeltjes is nog te koop.
www.kaatsuringa.nl

Foto: Schilder Kaat Suringa met haar 100ste paneel uit de serie Park – Arnoud Wolff

Storkfabriek Koningsweg

Waar het oude Oosterspoor de Gansstraat en Koningsweg doorkruist staat een wit gebouw. Daarin huizen nu o.a. het Rode Kruis en de tweedehands boekenwinkel BooksForLife. Het pand kent tot in de jaren 70 een rijke, industriële historie.

Industrieel Oost
In 1911 verhuisde de machinefabriek Jansen & Sutorius vanuit de (krappe) Binnenstad naar de Koningsweg. In dit tuindersgebied was voldoende ruimte. Bovendien was de bereikbaarheid goed zo in de oksel van de Kromme Rijn en het Oosterspoor. De firma leverde o.a. pompen en tapinstallaties aan brouwerijen, distillateurs, likeurstokers etc. De fabriek groeide snel en breidde in rap tempo uit met eigen bank- en plaatwerkers, schilders, gieters en slijpers, kortom alle industriële ambachten die een toonaangevende machinemaker nodig had. De markten breidden zich uit naar de opkomende zuivelindustrie en bottelaars van mineraalwater (met prik) met o.a. volautomatische reinigingsmachines.

Sluiting
In 1952 ging de fabriek samenwerken met machinefabriek Stork, die in 1963 Jansen & Sutorius in zijn geheel overnam. Het industriële conglomeraat, dat eerder in 1954 het Utrechtse Werkspoor had overgenomen, fuseerde en rationaliseerde verder, met als gevolg dat de fabriek aan de Koningsweg in 1977 gesloten werd. Zo maakte na de tuinders ook de industrie plaats voor woningbouw in Oost.

Jansen & Sutorius (later Stork) fabriek in 1948. Het Oosterspoor doorkruist de Gansstraat en de Koningsweg, rechtsboven de Kranenburg (verhoogde) stellingmolen. Het water dat tussen spoorbaan en fabriek stroomt en zijn loop vervolgt langs de Gansstraat is de grotendeels gedempte Oudwulverwetering – Het Utrechts Archief

45 jaar Oosterse Tapijten

Feest bij Abbas Oosterse Tapijten op de Nachtegaalstraat. Eigenaar Cari Kortekaas is 80 geworden en de winkel met die intrigerende etalage vol boeddha’s en Aziatische curiosa bestaat 45 jaar. De hoogtijdagen van de Perzische tapijten zijn voorbij, maar Cari ontvangt nog altijd met veel plezier zijn merendeel vaste klanten in de winkel, bijgestaan door dochter Makiko. Zij woont boven de winkel en springt bij waar nodig: “Tijdens de eerste lockdown ben ik meer met de etalage en Instagram gaan doen om de zichtbaarheid van de winkel te verbeteren, ook digitaal. Voor mijn vader is sociale media allemaal maar nieuwigheid. Hij is een mensenmens, haalt zijn plezier vooral uit het contact met klanten.”

Aziatische cultuur
Weinigen weten dat Cari van huis uit graficus is en begon als letterzetter, wat nauwkeurig en geduldig werk is. Via een vriend in Den Haag geraakte hij in de tapijtenhandel: “Ik begon in zijn winkel met sjouwen, later mocht ik ook verkopen, dat verdiende aardig. Na twee jaar verhuisde ik naar hun filiaal in Utrecht op de Viestraat. Toen ze dat sloten, ben ik rond gaan kijken, en zo kwam ik op de Nachtegaalstraat. Ik zag een bord opruimingsuitverkoop op een winkel in koper en tin (ketels, vazen, kandelaars etc.), raakte in gesprek en de rest is geschiedenis. In 1976 startte ik met de handel in Perzische tapijten, toen een gewild product. Later breidde ik dat uit met spullen uit Azië, vooral China. Geen alledaagse producten, ik wilde per se geen bazar met goedkope rommel, maar klanten juist laten kennismaken met de grote verscheidenheid van de Aziatische cultuur. Alles wat in deze winkel staat vind ik zelf ook mooi.”

Waardering voor kwaliteit
Volgens Makiko is de aantrekkingskracht van de winkel de aandacht voor kwaliteit. “Mijn vader weet heel goed het vakmanschap van de producten uit te leggen. Klanten waarderen dat, zeker de manier waarop hij dat doet: charmant, rustig en met volle aandacht voor de klant. Dat ging vroeger zover dat we in de winkel een sherryhoek hadden. Een bezoek aan Abbas was een dagje uit voor klanten, we waren op een gegeven moment meer een buurthuis dan een winkel. Die tijden zijn voorbij, maar het lijkt wel dat sinds de corona-crisis mensen kwaliteit en aandacht weer zijn gaan waarderen, we zien meer jonge mensen in de winkel, erg leuk.”

Abbas Oosterse Tapijten (de naam verwijst naar de Perzische koning Abbas I de Grote 1571-1629) zit op Nachtegaalstraat 59.
www.instagram.com/abbas_tapijten/

Foto: Dochter Makiko en vader Cari Kortekaas van Abbas Oosterse Tapijten op de Nachtegaalstraat – Arnoud Wolff

Het Witte Dorp

Sterrenwijk was oorspronkelijk een woningwetwijk uit het begin van de 20e eeuw, ingesloten tussen de Oosterspoorbaan, de Kromme Rijn en de Abstederdijk. De 375 witte noodwoningen, gebouwd vanaf 1918, hadden door de snelbouw (door ongeschoolde arbeidskrachten) en gebruik van lichte materialen als drijfsteen slechts een beoogde levensduur van vijfentwintig jaar. Het volksbuurtje werd populair bij grote arbeidersgezinnen vanwege de goedkope, ruime woningen.

Straatleven
Na de tweede wereldoorlog verkeerden de inmiddels afgeschreven woningen in zeer slechte staat. Ze waren gehorig, de muren zaten vol scheuren en optrekkend vocht was een probleem. De gemeente plaatste in afwachting van sanering steeds vaker grote (probleem)gezinnen in de gebrekkige maar wel ruime huizen. Het werd drukker en drukker op straat, veel armoe ook, maar de sfeer was er niet minder om! Oude Sterrenwijkers denken met weemoed terug aan die tijd van grote saamhorigheid en gezelligheid op straat.

Sanering
In de jaren ’70 werd Sterrenwijk aangewezen als herstructureringswijk en in 1976 gingen de witte huizen tegen de vlakte. De huidige structuur van woonerven rondom het Mercatorplein stamt uit die tijd.

Buurt: Sterrenwijk | kaart
Foto: Het Witte Dorp vóór de sloop in 1975 – Het Utrechts Archief

Filmbeelden van de nieuwbouw van Sterrenwijk eind jaren 70.
Bron: Het Utrechts Archief

De Orionstraat vlak voor de sloop – Het Utrechts Archief

Oudste fietspad

Op 15 september 1885 stemde de gemeente in met het verzoek van student Antoon Oudemans om één van de wandelpaden op de Maliebaan te bestemmen tot fietspad. Een succes voor Antoon en de 44 ondertekenaars van de petitie, allen vélocipèdisten, zoals de fietsliefhebbers van de nieuwe sport genoemd werden.

Hoge bi
Antoon – ook wel Ridder Droogstoppel genoemd – had als een van de eerste in Nederland een zogenaamde hoge bi: een smeedijzeren fiets met een groot voorwiel en een klein achterwiel, beiden van massief rubber. Zonder ketting en zonder vering. Je kon er 25 km/u mee halen als je doortrapte én de ondergrond enigszins vlak was. Daarom had hij zijn oog laten vallen op de lange wandelpaden over de Maliebaan: het vlakke gravel reed een stuk comfortabeler (en sneller) dan de bonkige kinderkopjes van de omliggende wegen. En veiliger, want berijders van een hoge bi kukelden nog wel eens voorover.

Eerste officiële rijwielpad
De fietsclub kreeg een vergunning om over het westelijke wandelpad te fietsen op het gedeelte tussen de Nieuwe Baan (nu Museumlaan) en de Nachtegaalstraat. Alleen deze 45 liefhebbers (waarvan één vrouw, Mejuffrouw S. Knol) mochten dit pad gebruiken, want fietsen was een gevaarlijke sport in die tijd. Vanaf 1887, toen ook het zuidelijke deel van het gravelpad bestemming fietspad kreeg, werd het een openbaar wielrijderspad.

Oprichting ANWB
Eerder, in 1883 werd in restaurant Buitenlust (tegenwoordig Maliebaan nr 81) de Nederlandsche Vélocipèdisten Bond opgericht, de voorloper van de ANWB (1885). De bond verzamelde informatie voor toertochten en gaf een wegenkaart uit waarop
de voor fietsers berijdbare wegen van Nederland waren aangegeven. Ook zette
de bond rijwielhulpkisten uit bij cafés en restaurants met daarin EHBO-spullen en
fietsreparatiesets.

Lees meer in het artikel (pdf) van Oud Utrecht.

Buurt: Buiten Wittevrouwen | kaart
Foto: Het Utrechts Archief 1885

Twee hoge bi’s op de Maliebaan – foto Het Utrechts Archief 1885
Restaurant Buitenlust (nu Maliebaan 81) waar in 1883 de ANWB werd opgericht – foto Het Utrechts Archief

Van Oost naar Oost

Maarten Jan Sluimers wilde op een oude Honda motor van Oost naar Oost rijden, meer precies, van Oudwijk naar Ulanbaatar, de hoofdstad van Mongolië. Meer dan 20.000 km in drie maanden tijd, zonder telefoon en routeplanner. Wat een avontuur! Hij wil z’n belevenissen graag delen en schreef een serie: Boris en Ik. Afgelopen zondag verscheen zijn eerste korte verhaal met de titel ‘Zonder zuurstof in Tadzjikistan’. De komende weken volgen nog negen reisverhalen.

Mijn motor heet Boris
Voor zijn huis staat een oude Honda motor, maar een ander model. “Voor mijn reis naar Mongolië kocht ik voor €600 op marktplaats een oude Honda Transalp uit 1995. Gehavend, mos op het stuur, maar wat een karakter! Ik noemde hem liefkozend Boris, toepasselijk gegeven dat ik veel voormalige Sovjetstaten zou bezoeken. Op het eindpunt van de reis heb ik ‘m verkocht om terug te kunnen vliegen. Maar hij bleek de hele reis een trouwe, onverwoestbare kameraad.”

Zonder telefoon op avontuur
“Ik heb bewust geen telefoon meegenomen, eenmaal op reis wil ik niet gestoord worden. En met wat landkaarten en namen van steden en gebieden die ik wilde aandoen, heb ik mijn weg gevonden. Niet de kortste of de snelste route, wel de mooiste, en zeker de ruigste. Gevaren zijn er, maar 99,9% van de mensen onderweg zijn aardig en bereid te helpen. Bij grensposten is het opletten. Met een paar woorden Russisch (‘Ik heet Maarten Jan, mijn motor heet Boris en ik heb trek in een biertje’) en een grote glimlach kom je ook daar een eind.”

Verhalen delen
“Eenmaal mijn doel bereikt verlangde ik wel om weer naar huis te gaan, naar mijn stadsie. Ik miste de Dom en m’n buurtje Oudwijk. Onderweg had ik een dik dagboek bijgehouden, maar pas nu voel ik de behoefte om alles wat ik heb meegemaakt in al die vreemde Centraal-Aziatische landen als Kazachstan, Oezbekistan, Turkmenistan en natuurlijk Mongolië ook met de buitenwereld te delen. Ik ben stiekem ook wel benieuwd hoe vrienden, buurtgenoten en reislustigen erop reageren. Neem dus vooral contact op als je meer wil weten. Elke zondagochtend zet ik een nieuw verhaal op mijn website.”

Website van Maarten Jan: www.borisenik.com

Foto’s: Maarten Jan Sluimers en de opvolger van Boris, de motor waarmee hij naar Mongolië reed. Daaronder foto’s van het avontuur zelf.

Schaal van De Lerma

In de hal van Stolberglaan nr 1 hangt aan de wand een bijzonder keramiek: de Schaal van De Lerma. Deze pronkschaal is in 1945 gemaakt door de Italiaanse kunstenaar Luigi De Lerma (1907 – 1965) in opdracht van een aantal bewoners van de Stolberglaan. Die schonken het kunstwerk vlak na de oorlog aan hun buurman op nr 1, dhr Herold, als dank voor de gastvrije opvang op een hachelijk moment in het eerste oorlogsjaar.

Evacuatie in 1940
Nadat in 1940 de Grebbelinie viel, verplaatste generaal Winkelman de vaderlandse verdediging naar de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Die liep vlak langs Oost. Wie in de schootsvelden van de forten woonde moest om veiligheidsredenen direct vertrekken. Zo ook de bewoners aan de Stolberglaan. Voor buren die zo snel geen onderdak vonden bij familie of vrienden, had dhr Herold van nr 1 een oplossing: ze konden verblijven aan de Kromme Nieuwegracht bij Neerlandia, uitgever van o.a. de Utrechtsche Courant. Hij was daar directeur. Toen ons land na het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940 de witte vlag hees, konden de bewoners ongedeerd weer terug naar de Stolberglaan.

Onderduiken in de kruipruimte
Overigens is de Stolberglaan nóg een keer ontruimd. In 1943 vorderde de bezetter de huizen 1 t/m 39 als dienstwoningen. Op de nabijgelegen Maliebaan hield een groeiend aantal Duisters kantoor, waarvoor ook woonruimte nodig was. De Stolberglaan was in trek, want modern (bouwjaar 1930) en makkelijk te beveiligen. Het begin en einde van de straat kregen prikkeldraadversperring en wachtposten. Op St Barbara werd luchtdoelgeschut (Flak) geplaatst als extra verdediging. Ondanks de alom aanwezige Duitsers en fanatieke nsb’ers als Arie Godijn op nr 47, vonden jongemannen die wilden ontkomen aan de Arbeitseinsatz in de kruipruimtes onder de huizen een veilig heenkomen. Vanwege de open spaarbogen in de fundering konden ze zich namelijk onbespied bewegen onder de huizen.

Weer thuis
In 2011 kwam de schaal na een verblijf vol goede zorgen op nr 25 (bij bewoner Paula Struick) weer terug op nr 1. Het keramiek geldt als collectief bezit van de straat. De nieuwe bewoner van het hoekhuis heeft ‘m een mooi plekje gegeven, een blijvende herinnering aan een donkere, maar ook saamhorige tijd.

Het hele verhaal van de schaal is in 2011 tot in detail opgeschreven door straatgenoot Rudo den Hartog.

De schaal hangt / staat bij de oudste straatbewoner