Auteursarchief: Oostkrant

Nachtegaalstraat

De Nachtegaalsteeg wordt al in zeventiende-eeuwse bronnen genoemd als verbinding tussen de Wittevrouwenpoort en de in 1637 aangelegde Maliebaan. Het landelijke weggetje dankte zijn naam aan ‘dat gevogelte die sig in de maant mei en juni laat horen’. Op de hoek met de huidige Kerkstraat stond ook een herberg met de naam ‘De Nachtegaaltjens’.

Straat verbreed
In 1869 werd de naam Nachtegaalsteeg gewijzigd in Nachtegaalstraat, het verkeer was in de groeiende stad toen al sterk toegenomen. Onder de zogenoemde rooilijn-verordening werd de Nachtegaalstraat in 1913 met 20 meter verbreed, met sloop van de herberg als gevolg. Op de archieffoto uit maart 1912, vlak voor de sloop, is de herberg nog te zien: het pand met de witte zijgevel aan het eind van de straat.

In de vaart der volkeren
De sloop was in opdracht van wethouder (en later burgemeester) Fockema Andrea die het krappe middeleeuwse stratenplan wilde aanpakken. Marktpleinen Vredenburg, Neude en Janskerkhof moesten toegankelijker gemaakt worden voor bezoekers en verkeer van buiten de Binnenstad. Utrecht ging mee in de vaart der volkeren! Door toegangswegen zoals de Nachtegaalstraat te verbreden konden trams, fietsers en automobilisten zich sneller naar en door de stad bewegen.

Buurt: Oudwijk | kaart
Foto: Het Utrechts Archief 1912

Park Tivoli

Achter cultuurcentrum Parnassos ligt de Tivolituin, een restant van het fameuze Park Tivoli. Dat vond haar oorsprong in 1828, als muzikant Cornelis van Leeuwen in zijn tuin aan de Kruisstraat een koffiehuis opent. In 1842 koopt zijn buurman hoogleraar zoölogie Van Lidth de Jeude de tuin, voegt het samen met zijn eigen tuin, met als plan om er een dierentuin van te maken. Dat ging niet door, maar de Van Lidth de Jeudestraat is een blijvende herinnering.

Concertzaal
Vanaf 1855 groeit de tuin uit tot festivalterrein dat vernoemd werd naar Tivoli, het park van vertier in Rome. Het park werd een populaire plek en in 1870 kwam er zelfs een concertzaal voor 2.700 bezoekers bij. In 1913 moest Tivoli een deel van de tuin inleveren vanwege de verbreding van de Nachtegaalstraat, wat min of meer het einde van het vermaak inluidde. Het laatste tuinconcert vond plaats in 1929.

Poppodium
In de jaren daarna werd de Van Lidth de Jeudestraat aangelegd en maakte het sociëteitsgebouw plaats voor het grote kantoorpand van verzekeraar De Nederlanden van 1845 op de (ronde) hoek van de Nachtegaalstraat. In 1956 ging ook de concertzaal plat. Op het Lepelenburg verrees een tijdelijk houten podium Tivoli dat in 1981 aan de Oude Gracht als poppodium verderging, om uiteindelijk op te gaan in Tivoli-Vredenbrug.

Buurt: Buiten Wittevrouwen | kaart
Foto: Sociëteitsgebouw op de hoek Nachtegaalstraat (links) en Kruisstraat (rechts) – Het Utrechts Archief 1929

Concerthal Tivoli aan de Kruisstraat in 1929, gezien richting verderop gelegen Nachtegaalstraat – Foto Het Utrechts Archief

Viaduct bij het Rietveldhuis

Met enige regelmaat rijden busjes en vrachtwagens zich klem onder het lage viaduct onder de Waterlinieweg vlak bij het RietveldSchröderhuis. Waarom is viaduct zo laag?

Gevaarlijke kruising
De Waterlinieweg was tot de aanleg van de A27 onderdeel van Rijksweg 22, aangelegd in 1942, zeventien jaar na de bouw van het Rietveldhuis (links op de foto). Vanaf de jaren 50 kruiste deze rijksweg de Prins Hendriklaan gelijkvloers. Fietsers vanuit de stad richting Johannapolder moesten hier de rijksweg oversteken. Met de onstuimige groei van het autoverkeer begin jaren 60 werd de Rijksweg 22 drukker en drukker. Tegelijkertijd groeide het aantal fietsers door de ontwikkeling van Rijnsweerd en De Uithof. Het gevolg: steeds meer ongelukken. Toen er zelfs doden vielen, luidden buurtgenoten de noodklok bij de gemeente.

Beperkte doorrijhoogte
Er kwamen drie opties op tafel: (1) de Prins Hendriklaan of (2) de Rijksweg ondertunnelen, of (3) de Rijksweg met een viaduct erover heen. Optie 1 was te duur, optie 2 kon niet vanwege leidingen in de grond en ontsluiting van de zijstraten, dus kwam er in 1963 een viaduct. De toenmalige Kromhoutkazerne had in de jaren 60 hier haar hoofdpoort. Defensie was duidelijk: ‘geen talud van de verhoogde rijksweg op ons grondgebied’. Omdat Rijkswaterstaat zelf langs de rijksweg slechts over een smalle strook grond beschikte, was een viaduct van drie meter hoog het maximaal haalbare en restte een doorrijhoogte van krap 2,60 meter.

Busjes rijden zich klem
De beperkte hoogte was jarenlang voldoende voor fietsers, maar toen jaren later ook auto’s en busjes er onderdoor mochten rijden richting Rijnsweerd en de Uithof, bleek het wel heel krap: haastige pakketbezorgers en verhuizende studenten met een huurbusje rijden zich tot op de dag van vandaag om de haverklap klem, zelfs nadat in 2020 als waarschuwing een hoogteportaal is opgetuigd.

Buurt: Rijnsweerd | kaart
Foto: Het Utrechts Archief 1963

Aanleg viaduct 1964

Lantarens van Caltex

Wat is het verhaal van de twee prachtige art-deco lantaarns aan de gevel van Vossegatselaan 4, naast de Plus supermarkt aan het Ostadeplein? Constantijn Veder van Utrecht Erfgoed was nauw betrokken bij de restauratie enige tijd geleden: “In het pand zat vanaf de jaren dertig een autogarage met een benzinepomp voor de deur, merk Caltex (bestaat nog in Azië). De auto en benzinehandel waren toen in opkomst. Als reclame gebruikte de branche bijzondere architectuur inclusief fraaie verlichtingsarmaturen. De art-decostijl was populair, omdat ze stond voor moderniteit, stijl en luxe, en daar associeerde men de auto en automobilist graag mee. Art-deco komt niet zoveel (meer) voor in Utrecht, daarom hebben we deze lantaarns gerestaureerd. Overigens zitten er geen lampen in! Achter de lantaarns zaten gaten in de muur, zodat de lantaarns werkten als lichtkoepels: overdag viel het buitenlicht naar binnen, ‘s avonds straalde het binnenlicht juist naar buiten.”

Buurt: Schildersbuurt | kaart

Foto: Het Utrechts Archief omstreeks 1935
Foto: Nelleke Poorthuis

De (gesloopte) Oosterkerk

Oost was lange tijd een bolwerk van de (traditionele) Katholiek kerk, nog altijd is het bisschoppelijke paleis gevestigd op de Maliebaan. Toch wisten de gereformeerden een plekje te bemachtigen op de hoek van de Maliebaan en de Burgemeester Reigerstraat waar ze in 1887 de Oosterkerk bouwden. Tijdens de oorlog kwam in deze kerk de spionagegroep Albrecht bijeen. Geheim-agent De Jonge werd onder de codenaam Albrecht in 1943 in Drenthe gedropt en hij bouwde met hulp van bevriende gereformeerde studenten een netwerk op dat informatie moest verzamelen over militaire en economische activiteiten van de nazi’s in Nederland, een succesvolle campagne, die met name de schade van het Duitse Ardennenoffensief wist te beperken. Na de oorlog kregen 70 leden een koninklijke onderscheiding.

In 1980 vond de laatste kerkdienst plaats en 24 januari 1984 werd de kerk gesloopt. Het Ruprechtorgel uit 1715 is als rijksmonument verplaatst naar de Tuindorpkerk. In de nieuwbouw zat lange tijd een Rabobankfiliaal.

Buurt: Oudwijk | kaart
Foto: Het Utrechts Archief 1979

Melkhuisje Wilhelminapark

Het Wilhelminapark werd in 1898, het jaar waarin Wilhelmina tot koningin werd gekroond, officieel geopend. In 1911 liet de gemeente op initiatief van de lokale afdeling van de Volksbond tegen Drankmisbruik een houten paviljoen bouwen met uitzicht op de parkvijver. Het zogenaamde melkhuisje (melk was beter dan alcohol), is omstreeks 1925 vervangen door het theehuis dat wat westelijker in het park kwam te liggen. De eetzaal kon ook gebruikt worden voor vergaderingen, bijeenkomsten en recepties. En als stemlokaal. Zo heeft in 1935 NSB-leider Anton Mussert (die om de hoek woonde) hier gestemd.
Een biertje na afloop was er nooit bij. Het beheer van het paviljoen bleef in handen van de Volksbond tegen Drankmisbruik en die was heel streng. Veertig jaar lang zwaaiden de geheelonthouders de scepter over het melkhuis. Tot de gemeente het huurcontract in 1950 opzegde, omdat de Volksbond er een puinhoop van maakte. Nu is het een restaurant.

Buurt: Wilhelminapark | kaart
Foto: Het Utrechts Archief 1925

Bakkerij Do Schat

De naam Do Schat stond bijna 100 jaar op de puien van meerdere bakkerswinkels in Oost (o.a. Dillenburgstraat). Oprichter Do Schat startte de bakkerij in 1923 in de Braamstraat (Oudwijk). De zaak groeide snel, zie ook de vele bakfietsen op de jubileumfoto bij het 10-jarig bestaan in 1933.

Allinson Volkoren
Kleinzoon Huib woont nog altijd in Oudwijk vlakbij de inmiddels gesloopte bakkerij. In geuren en kleuren vertelt hij over de familiezaak. “Onze bakkerij werd echt groot toen we in de jaren ‘30 volkorenbrood naar eigen recept gingen maken met de naam Allinson Volkoren. Het ligt tot op de dag van vandaag in de schappen van Albert Heijn. Later nam mijn vader Do de zaak over samen met zijn broers Arnold en John. Op het hoogtepunt in de jaren ‘80 hadden we meer dan 20 winkels waarvan drie in Hoog Catharijne. Overigens was de bakkerswinkel P.A. Schat aan de Abstederdijk van mijn opa’s broer Piet, wat maar aangeeft dat ik van een zeer oude en wijdvertakte bakkersfamilie stam.”

Bakkersland
“In de jaren ‘70 werd onze fabriek aan de Braamstraat te klein en verhuisden we naar Overvecht. In 1992 is de zaak vanwege de onafwendbare schaalvergroting samengegaan met de landelijke keten Bakkersland. Mijn vader is Oost zijn leven lang trouw gebleven, hij woont alweer 50 jaar in de Krommerijnwijk. Recentelijk kreeg hij voor zijn 90ste verjaardag hartverwarmende berichtjes, vaak van oud-personeel of zelfs familie daarvan. Daar is ie trots op, want voor hem en de rest van de familie stond zorg voor personeel bovenaan, zelfs toen de zaak over ging in vreemde handen en uiteindelijk, ruim 10 jaar geleden, de poorten moest sluiten.”

Buurt: Oudwijk Noord | kaart
Foto 1: 10-jarig bestaan Do Schat aan de Braamstraat in 1933 – Het Utrechts Archief
Foto 2: Do (junior) met zijn vrouw Corry, net 90 geworden (2020) – Michael Kars

Do Schat met zijn vrouw Corry voor hun (Oude) huis in de Krommerijnwijk 2020 – foto: Michael Kars

Boerderij De Uithof

Het universiteitsterrein mag dan officieel Utrecht Science Park heten, de oude naam De Uithof zullen we in Oost niet snel vergeten. Maar waar komt die naam vandaan? De witte 17de eeuwse boerderij aan de Toulouselaan achter de Hogeschool Utrecht heette De Uithof. Het is sinds 1992 een rijksmonument. Een uithof was een boerderij op de gronden van een klooster, in dit geval de benedictijner Sint-Laurensabdij, gesticht in 1121 op wat nu landgoed Oostbroek heet.
De boerderij werd in 1960 eigendom van de Faculteit Diergeneeskunde. Na leegstand in de jaren 90 trok Partou Kinderopvang erin.

Buurt: Uithof | kaart
Foto: Het Utrechts Archief 1989

Wasserij Aurora

In de 19de eeuw ontstonden de eerste wasserijen. Deze waren in trek door de groeiende welvaart en grotere behoefte aan hygiëne. Zo ook de de Stoom Wasch- en Strijkinrichting van de familie Spierenburg, aan de Koningsweg 54 (later nr 104-108).

Schrobmeid
Cornelis Spierenburg was in 1856 een handwasserij begonnen op de Lauwerecht. Met een kruiwagen haalde hij de vuile was op, legde het een dag te weken in een tobbe, kookte het de volgde dag, waarna de schrobmeid het vuil er uit boende. Tot slot werd de was te drogen gelegd op een bleekveld. De wasserij gebruikte het toen nog schone water van de Vecht.

Stoommachine wast schoon
De stad groeide, het water van de grachten en daardoor ook de Vecht werd viezer, dus verhuisde de firma in 1870 naar de Koningsweg om het schonere water van de stroomopwaarts gelegen Wulverbroekwetering te kunnen gebruiken. Eind 19de eeuw deed nieuwe technologie haar intrede: de stoommachine. Die stampte de was schoon, de schrobmeiden konden naar huis. In 1903 breidde de wasserij fors uit met een waslokaal, strijkkamer, droogzolders en een ketelhuis. De wasserij kreeg ook een moderne naam: Aurora.

Industrieel erfgoed
De wasserij ging in 2006 op in het grotere Lips Textiel Service, die in 2008 de locatie aan de Koningsweg sloot. Het industriële erfgoed huisvest na renovatie studenten (via SSH), starters en gezinnen (nieuwbouw).

Buurt: Lodewijk Napoleonplantsoen | kaart
Foto: Het Utrechts Archief 1937

Voorgevel van de wasserij aan de Koningsweg
Aanleg waterbekken van gewapend beton, Koningsweg op de achtergrond (1905) – Het Utrechts Archief

Het Moorse Huis

Waar nu de Venuslaan ligt, de drukke verkeersader langs de Kromme Rijn die het autoverkeer vanaf de Waterlinieweg richting het stadscentrum leidt, stond tot 1969 een wit exotisch gebouw, ook wel Het Moorse huis genoemd. Eigenlijk waren het twee woningen, Abstederdijk 1 en 3, gebouwd in 1908 door Jan van Beusekom, een hovenier uit Vreeland die duidelijk goed geboerd had. Villa Van Hooft in Vreeland diende als inspiratiebron. Vanwege de aanleg van de Venuslaan begin jaren ‘70 om de Rubenslaan te ontsluiten richting binnenstad werd de markante huizenrij in 1969 gesloopt.
Gevolg was wel dat de adressen Abstederdijk 2 t/m 12 (links op de foto) sindsdien aan de Venuslaan liggen, wat nog altijd een bron van verwarring is voor pakketbezorgers.

Buurt: Abstede/Sterrenwijk | kaart
Foto: Het Utrechts Archief 1969