Categoriearchief: columns

Paul Bersee

Aan de rand van Rijnsweerd ligt een lange laan die bekendstaat als de Boulevard of Broken Dreams. Ze kreeg deze sonore naam omdat hier na de bouw van de vele appartementen, eind jaren zeventig, tal van gescheiden vrouwen en mannen onderdak hebben gevonden. In de buurt van Schiphol wordt een wooncomplex Hunkerbunker genoemd, waar onder andere gescheiden stewardessen na een ‘vroegtijdig afgebroken vlucht’ gaan wonen. Smart en chagrijn leveren in ieder geval melodieuze namen voor woonplekken op.

Vóór hun scheiding woonden de stellen in Rijnsweerd vaak eerst een straat verderop in luxe woningen, aan de zogenaamde zilverkust, of soms zelfs in een vrijstaande villa iets verderop aan de goudkust. Toen geloofden ze nog dat geluk en eeuwige liefde onlosmakelijk bij het leven hoorden.

Maar hier op de bronskust vol verbrijzelde dromen vloeien de tranen en worden wonden gelikt. December is dan geen maand om naar uit te kijken, met al zijn knusheid en feestelijkheden waar een gebroken hart weinig trek in heeft.

Maar meestal knappen de teleurgestelden na een tijdje weer op. Dan verhuizen ze met een nieuwe partner naar een andere buurt of stad. Of ze storten zich als happy single in een opgewekt en bruisend bestaan. De Boulevard of Broken Dreams mag dan lang zijn (nummers 5 tot en met 893!), uiteindelijk gloort er licht aan het eind van de laan. Met deze geruststellende gedachte wens ik u allen prettige kerstdagen toe en een gelukkig nieuwjaar vol veelbelovende dromen …

Paul Bersee (1957) woont in Rijnsweerd. Zijn nieuwste boek met verzamelde columns Uterech heb is o.a. te koop bij Bruna Nachtegaalstraat.

Deze column verscheen in de krant van dec 2024.

Nicole de Jonge

In Oost staat een eeuwenoud fort. Het lijkt op een kleine versie van de markthallen van Trajanus in Rome. Romeins erfgoed? Ik ontdekte het bij toeval.

Wekelijks maak ik met een van mijn collega’s een inspiratiewandeling door de wijk. Zonder doel, gewoon een rondje. We praten dan over van-alles-en-nog-wat en proberen elkaar te inspireren tot bijzondere ideeën of gedachten. De ene keer komen we terug met fantastische plannen, zonder idee waar we hebben gelopen. De andere keer ontdekken we plekken waarvan we het bestaan niet konden vermoeden.

Zo namen we laatst een afslag en raakten we ineens ‘van het padje’. Niet echt verdwaald, maar wel onduidelijk waar precies. Tot onze knieën in het hoge gras baanden we ons een weg en plots zagen we een fort … in een fort! Via een kier in het vervallen hek konden we een kijkje dichterbij nemen. Prachtige oude bakstenen. Het voelde heel bijzonder. Dat wilden we ook van een afstand bekijken. Dus terug, opnieuw door het hek en het hoge gras. Via een brug over het water bereikten we de overkant en zagen we het in het groen verscholen fort. Echt gaaf.

Vol van onze ontdekking liepen we terug. We passeerden een bordje: Lunet II. Dus écht een fort. Dat gaan we eens nader onderzoeken. Aan inspiratie ontbreekt het niet in onze wijk!

Nicole de Jonge is al 17 jaar directeur van De Wilg, het ontmoetingscentrum aan de Mecklenburglaan voor mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb). Meer info op www.dewilg.nl

Deze column verscheen in de krant van sept 2024.

Natalie Dubois

In 1924 bouwden twee buurtgenoten, Truus Schröder en Gerrit Rietveld, een eigenzinnige woning aan de Prins Hendriklaan, destijds de rand van de stad. Wat een lef! Want stel je voor: elektrische straatverlichting was nieuw en er reden nog amper auto’s door de straat. Gerrit bracht nieuwe meubels nog met paard en wagen naar de klant! In die tijd zó’n huis neerzetten, uit het niets, zonder voorbeeld, dat is een uitzonderlijke prestatie.

Nog altijd bewonderen bezoekers uit de hele wereld dit UNESCO werelderfgoed. Daarom vieren we het eeuwfeest groots. Een programma van 100 dagen, met o.a. creatieve workshops in de tuin, schaken in het huis, feestelijke jubileummarkt, een theaterstuk met het Rietveld Schröderhuis als decor en een rondleiding met historicus, schrijver én buurtgenoot Jessica van Geel. Met haar schrijf ik ook een boek over het huis. Met veel oude verhalen, brieven en historische foto’s.

We spitten daarvoor in de archieven van het Centraal Museum en vinden veel nog niet eerder gepubliceerd materiaal. Zoals brieven uit de oorlog en foto’s van een ontplofte munitiewagen op de Erasmuslaan met als gevolg dat al het glas uit het huis sprong. Maar ook foto’s van het dagelijkse leven, de tuinfeestjes en de buurt. En – heel romantisch – brieven over de liefde.

We krijgen ook meer inzicht in de rol van Truus bij het ontwerp van het huis: zonder haar vooruitstrevende ideeën, durf en vastberadenheid was het huis niet gebouwd! Zonder Gerrit overigens ook niet. Ze gingen samen op avontuur en haalden het beste in elkaar naar boven.

Nathalie Dubois (1973) is curator bij het Centraal Museum dat eigenaar is van het Rietveld Schröderhuis.

Deze column verscheen in de krant van juni 2024.

Paul van Seters

Over zo’n 10 jaar moeten de woningen in de buurten Wilhelminapark en Oudwijk aardgasvrij zijn. Daarom organiseerde de gemeente eind vorig jaar een informatiemarkt. Meer dan 200 bewoners kwamen langs om te zien wat aardgasvrij betekent. Duidelijk werd dat overstappen op een andere energiebron een enorme uitdaging is.

Ook de coöperaties Energie-U en Oost voor Elkaar waren aanwezig: bewoners die mede-bewoners informeren en helpen. Dat is nieuw. Tot voor kort was vooral de overheid druk met de energietransitie. Maar het Klimaatakkoord van 2019 heeft veel veranderd: overheid, energiebedrijven en maatschappelijke (bewoners)organisaties gaan intensief samenwerken, ook in onze wijk.

Welke bijdrage kunnen coöperaties leveren? Ze kennen de buurt en mobiliseren lokale kennis, betrokkenheid en draagvlak, cruciaal voor een werkbare overgang naar een aardgasvrije buurt. Daar komt bij dat samenwerkende bewoners de overheid en energiebedrijven bij de les houden en erop hameren dat de energietransitie niet alleen een technologische, maar vooral ook een maatschappelijke uitdaging is.

Energie-U en Oost voor Elkaar hebben op de informatiemarkt in De Wilg besloten samen te werken. Oost voor Elkaar is in onze wijk gericht op zorg en welzijn. Energie-U helpt sinds 2010 bewonersgroepen bij hun zoektocht naar andere energiebronnen. Samen gaan de twee coöperaties een energieteam oprichten om bewoners in Oost te begeleiden naar aardgasvrij wonen. Stadsverwarming lijkt in Oost het aangewezen alternatief voor aardgas, er ligt hier immers al een uitgebreid leidingennet in de grond. Maar als bewoners samenwerken zijn er meer mogelijkheden. Laten we die samen onderzoeken!

Paul van Seters (1948) is emeritus hoogleraar Duurzame Ontwikkeling en voorzitter van Energie-U. Meer info op www.energie-u.nl

Deze column verscheen in de krant van maart 2024.

Mireille Versteeg

Over de rand van mijn laptop valt mijn oog op een man en een vrouw die twee tafeltjes verderop zitten. Ik schat ze begin dertig. Ze vinden elkaar zichtbaar leuk en het is iets in haar schuchtere lach en zijn nerveuze gefriemel aan een bierviltje dat me doet vermoeden dat ze elkaar nog niet zo lang kennen. Is het hun eerste date? Misschien hun tweede? Mijn fantasie gaat met me op de loop en binnen een paar minuten heb ik een heel verhaal om ze heen bedacht.

Ik ben in Buurten aan de Burgemeester Reigerstraat, mijn favoriete werkplek als ik genoeg heb van het schrijven aan de eettafel thuis. Als ik mensen wil zien en inspiratie wil opdoen. En voor een auteur van romantische fictie valt er genoeg te zien. Tenminste als je alles door een roze bril bekijkt. En dat doe ik. Ik ben altijd alert op potentieel romantische situaties – een flard van een gesprek, het wisselen van een blik – om te kunnen gebruiken in een van mijn verhalen.

Zelfs toen ik laatst met mijn fiets op een redelijk gênante manier ten val kwam op het drukke kruispunt bij de Stadsschouwburg bleef ik positief. Natuurlijk baalde ik van de vlekken op mijn rok en de schaafwond op mijn knie, maar ik bedacht me ook: hoe romantisch zou het zijn als mijn hoofdpersonage dit overkomt en een knappe voorbijganger haar omhoog helpt (in plaats van de goedwillende bejaarde meneer die mij te hulp was geschoten)? Alles kan het begin zijn van een nieuwe romance!

Mireille Versteeg (1975) is auteur en artiestenmanager. Voor haar debuutroman ‘Binnen de lijntjes’ gebruikte ze haar eigen buurtje Oudwijk als decor.

Deze column verscheen in de krant van december 2023.

Jim Terlingen

Onze stad kent de laatste jaren een bijzondere ontwikkeling als het gaat om de verwerking van een van de gruwelijkste gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog: de Jodenvervolging. De plaatsing van het Joods Monument op het plein voor het Spoorwegmuseum, in 2015, lijkt daarvan het startsein. Daarmee werden na 70 jaar in het openbaar de namen zichtbaar van de meer dan 1.200 vermoorde joodse Utrechters.

In datzelfde jaar vond de eerste editie plaats van Open Joodse Huizen in Utrecht. Ook in huizen in Oost werden toen verhalen verteld over de voormalige joodse bewoners. Het zijn elk jaar (in mei) intieme bijeenkomsten waar je beter leert begrijpen welk effect de holocaust had op de levens van mensen. En niet zelden vertelt een ouder iemand uit het publiek spontaan een bijzondere herinnering. Na zo’n bijeenkomst is het uitgesloten dat je zo’n huis nog gedachteloos passeert.

Dat is ook zo als je voor een huis een struikelsteen ziet liggen. Daarop staat de naam van iemand die er in de oorlog woonde en die vanwege zijn of haar joodse achtergrond is vervolgd. Tot 2017 lagen er in de stad 13 struikelstenen, inmiddels staat de teller op 170, waarvan 30 in onze wijk. De plaatsingen, waaraan de gemeente volop medewerking verleent, zijn verbindende momenten: jong en oud staan stil bij wat mede-Utrechters destijds is overkomen.

Dit pijnlijke verleden hadden we lange tijd verdrongen uit ons collectieve bewustzijn. Maar het komt weer naar boven. Het is goed dat een plek te geven. En voor joodse nazaten die nog steeds in onze stad wonen biedt het troost.

Jim Terlingen (Utrecht, 1965) is journalist, historisch-onderzoeker en postbode. Hij woont in Abstede.

Deze column verscheen in de krant van september 2023.
[i] Meer informatie over struikelstenen in Oost op www.oostkrant.com

Cees Grimbergen

Verre familie

Laatst voer ik langs Weerdsingel O.Z. 64. Het huis waar mijn moeder in de jaren dertig logeert. Bij haar zeventien jaar oudere nicht Dora van Seumeren, geboren 1900. Het Weerdsingel-huis staat voor een familiegeschiedenis, waarin ook de Zadelstraat, Gansstraat en Utrecht-Oost een rol spelen. Het is het verhaal van twee broers. Een van hen is mijn opa Bart.

Terug naar 1899. In het dorp Westervoort besluiten Marinus (27) en Bart (23) Wolters dat hun toekomst elders ligt. Emigreren! Niet naar Amerika. Naar Utrecht. De stad die industrialiseert, die groeit. De broers gaan aan de slag. Bart wordt schoenmaker in de Zadelstraat. Marinus koopt grond in Utrecht-Oost en wordt succesvol aannemer. Vanaf 1905 produceert hij asfalt. Oudwijk, Abstederdijk en de rest van Oost worden gebouwd. Handjes, ideeën en productiekracht zijn nodig. De Vinex van begin 20e eeuw.

Broer Bart redt het niet. Hij keert terug naar Westervoort. Aan zijn Utrechtse mislukking heb ik mijn leven te danken. In 1913 ontmoet hij er mijn oma. In 1917 wordt mijn moeder geboren. De kost verdient opa Bart daarna als dorpskapper, pontbaas op de IJssel en warmoezenier (groentekweker).

Voor mijn moeder is haar oudere Utrechtse nicht Dora rolmodel. Dora is de dochter van de succesvolle Marinus. Dora trouwt met een Van Seumeren, krijgt veertien kinderen. Ze wordt prominent deel van de katholieke Utrechtse geschiedenis. Dora is de oma van Frans – FC Utrecht – van Seumeren. Sinds ik dit stukje familiegeschiedenis terughaalde, fiets ik anders door Oudwijk en over de Gansstraat waar Marinus woonde en asfalt maakte.

Een van de vele kleinzonen van bonmama Dora is dus Frans, icoon van ondernemend Utrecht, grootaandeelhouder van onze FC. Ik, op mijn beurt, ben nog steeds een journalistiek krabbelaar. Zal ik eens een bakkie koffie doen met dit verre familielid?

Cees Grimbergen (Den Haag, 1951) is journalist, o.a. bij Omroep MAX, en woont (weer) in Utrecht-Oost

Deze column verscheen in de krant van juni 2023.

Sofie van den Enk

Het helder frisse geluid van de merel brengt me altijd terug naar die sliert van opwinding die ik als kind al voelde. Het vroege voorjaar kondigt aan: zo koud zal het niet blijven, had je die knoppen nog niet opgemerkt, het bovenste knoopje van de jas al los? 

Een jaar geleden, toen die sliert zich weer aandiende, hing er gelijk ook een grauwsluier overheen. Die hoort daar niet, maar was een gevolg van de diagnose bij mijn vader, aan het begin van het nieuwe jaar. Het zou zijn laatste lente zijn. Er kwam zelfs nog een zomer, en toen het nest van de merel allang uitgevlogen was en de blaadjes uit de verse knoppen van een paar maanden daarvoor al begonnen te vallen, blies hij zijn laatste adem uit. In de winter zaten we binnen, kaarsjes aan, in ons holletje. We likten onze wonden en sliepen veel.

Nu ontluikt het leven weer. We moeten dus naar buiten, zeggen, “o, lekker, kijk, de zon”. Mijn vader zou de fiets gepakt hebben, of wandelen in dat bizarre tempo, en bij het schoolplein staan. Met pet, want de r is in de maand. Zolang je niet weet dat je een alvleesklier hebt, is er eigenlijk niks aan de hand. Ik noem rouw omgekeerde kraamtijd. Maanden wachten op een nieuw iemand die erbij komt, kunnen je niet voorbereiden op hoe het zal zijn als die er is. Zo echt, zo tastbaar. Met behoeftes en geluiden en een al heel snel onmisbare aanwezigheid. Tijdens al dat wachten is het weten dat er iemand op komst is toch volslagen onvoorstelbaar.

Met eenzelfde schok van onvoorstelbaarheid komt het wegvallen van een mens. Ook al weet je het. Iedere dag was het weten bij me, iedere gebeurtenis had de tragiek van nu-nog-wel. Maar het nu-niet-meer, dat is ingezet met die laatste ademtocht, echoot door in een oneffen bewustzijn; dan weer een rustig weten, dan weer een intuïtief grijpen naar de telefoon om even te vertellen over… O nee. Niet meer tastbaar, niet meer met behoeftes, niet meer met geluid. Nou ja, die merel dan toch. 

Sofie van den Enk is tv/radio presentator en professioneel dagvoorzitter.

Deze column verscheen in de krant van maart 2023.

Kees Jongkind

Op 29 september was ik uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje in de buurt. Een bijzondere bijeenkomst, want de jarige had de respectabele leeftijd van 120 jaar bereikt! De gesprekken gingen natuurlijk vooral over vroeger. Centraal in alle verhalen stonden de sportieve prestaties van het feestvarken. De aanwezige Paul Litjens, een hockeyfenomeen, vertelde uit eigen ervaring over prachtige successen. Net als veelvoudig cricket-international Floris Jansen, die achter de bar stond.

Jansen schotelde het gezelschap halverwege het feest een uitgebreide Indische rijsttafel voor. Een toepasselijk gerecht, want de jubilaris is in 1902 geboren in de Utrechtse Zeeheldenbuurt waar destijds veel vanuit Nederlands-Indië terugkerende families gingen wonen. De jongelui uit de buurt voetbalden en speelden cricket op een driehoekig grasveld tussen de huizen. Het voelde als een klein dorp.

Pas op latere leeftijd omarmde de jarige job naast voetbal en cricket ook andere sporten, te beginnen met hockey. Met veel succes. En eenmaal verhuisd naar de Maarschalkerweerd was er zoveel ruimte in en rond het nieuwe huis, dat er ook jeu de boules- en tennisbanen werden aangelegd, en squashbanen in de kelder.

De tuin, noem het een sportpark, is voor iedereen toegankelijk, ongeacht geslacht, leeftijd, afkomst of religie. Zo’n zesduizend sporters, vooral uit Oost, maken er geregeld gebruik van. Dat wordt een enorm feest als in 2027 de 125-ste geboortedag wordt gevierd. Een mijlpaal die ongetwijfeld wordt bereikt, want de krasse knar heeft nog altijd een sterk (blauw) hart. Lang leve Kampong!

Kees Jongkind (53) is sinds 1990 verslaggever bij NOS Studio Sport en Andere Tijden Sport.

Deze column verscheen in de Oostkrant van december 2022.

Jeroen Kreule

Wanneer ik met mijn dochters door de Albert Heijn aan de Burgemeester Reigerstraat loop en vraag welke groente ze willen eten, hoeven ze meestal niet lang na te denken: spinazie!

Niet de verse, maar de à la crème variant. Liefst die van Iglo, in hun ogen de lekkerste. Wanneer ik in mijn keuken aan de Homeruslaan bevroren blokjes in een pan gooi, denk ik altijd even aan de tuinders die tot begin vorige eeuw op een steenworp afstand van mijn huis gevestigd waren. Door de vruchtbare gronden langs de Minstroom – ook wel de Parel van Utrecht Oost genoemd – was Abstede vanaf de Middeleeuwen een belangrijk hoveniersgebied.

Nu nauwelijks meer voor te stellen, maar het gebied telde bijna 200 hoveniers. Hun specialiteit? Rode kool en … spinazie. Harde winterspinazie, om precies te zijn. Daar kwam ik enkele jaren geleden achter tijdens het schrijven van een krantenartikel over de geschiedenis van de Minstroom. De groenten werden op de markt en aan de deur verkocht. Veel hoveniers beschikten daarvoor over een honden- of paardenkar. In het gebied zit anno 2022 geen enkele tuinder meer, maar wie nu over de Abstederdijk, Zonstraat of Notenbomenlaan loopt, komt nog enkele oude hovenierswoningen tegen.

De Minstroom stroomt nog altijd en spinazie is in Oost nog steeds te koop. Duitse spinazie, aldus Iglo. Toeristen kunnen in de zomermaanden zelfs met een mini-trein langs de spinazievelden in Münsterland tuffen. Een wandeling langs de Minstroom is vermoedelijk minstens zo leuk.

Jeroen Kreule (1972) is freelance journalist en schrijft onder meer voor het AD Utrechts Nieuwsblad wekelijks de historische rubriek ‘Utrecht in…’ over het verleden van de stad.   

Deze column verscheen in de Oostkrant van september 2022.