Op vrijdag 18 oktober zijn twee struikelstenen geplaatst in de stoep voor Frans Halsstraat 19, het huis met de naam Sleepy Hollow. Ze herinneren ons voortaan aan Prof. Hermann Jordan (1877-1943) en zijn vrouw Nanette Jordan – van Witsen (1871-1959) die hier jarenlang woonden totdat ze in de oorlog moesten onderduiken. De struikelstenen zijn onderdeel van het grote Europese Stolpersteine monument van kunstenaar Gunter Demnig ter herdenking van slachtoffers van het nazi-regiem. In Oost liggen nu 40 struikelstenen, elk met een eigen (oorlogs)verhaal, zie overzicht.
Vooraanstaand hoogleraar De Duitse wetenschapper Hermann Jordan, een kind van een joodse moeder en een niet-joodse vader, trouwde in 1902 met de joods-Nederlandse Nanette van Witsen. Het echtpaar vestigde zich in 1914 in Utrecht. Een jaar later werd Hermann hoogleraar in de Vergelijkende Fysiologie der Dieren aan de Universiteit Utrecht. Hij onderzocht het functioneren van levende wezens. Denk aan stofwisseling en celdeling. Hij deed baanbrekende onderzoeken en publiceerde vele wetenschappelijke boeken. Daarnaast schreef hij met gezag over zijn tweede interesse: opvoeding en pedagogiek, met name Montessori onderwijs.
Jordan Lyceum In 1943 werd Hermann – gelijk alle joodse hoogleraren – ontslagen, ondanks dat het onderzoek naar zijn joodse afkomst nog liep. Het echtpaar besloot daarop in Wageningen onder te duiken. Hermann overleed datzelfde jaar aan een hersenbloeding. Nanette en de twee kinderen overleefden de oorlog. Zoon Herman (1903-1971) stichtte – geïnspireerd door het gedachtegoed van zijn vader – in 1945 een Montessori Lyceum met internaat aan de Maliebaan. Deze middelbare school verhuisde later naar Zeist, het tegenwoordige Jordan Lyceum.
Het hechte buurtje dat zichzelf ‘Tussen Station en Singel’ noemt, ligt verscholen achter het Maliebaanstation van waaruit meer dan 1.200 Utrechtse Joden zijn gedeporteerd. En het kijkt uit op de Maliebaan waar tijdens de bezetting 1940-45 meerdere Duitse organisaties en de NSB hun hoofdkwartier hadden. Bewoners kennen het oorlogsverleden dan ook goed, niet in de laatste plaats vanwege het Joods Monument dat in 2015 is geplaatst aan de Johan van Oldenbarneveltstraat. Hun ‘buurthistoricus’ Raoul Hennekam schreef een gedetailleerd artikel over die donkere tijd.
Struikelsteen Vrijdag 12 april plaatsten buurtbewoners een struikelsteen ter herdenking aan hun Joodse buurtgenoot Raphael Wraslouski die vanaf 1935 met zijn vrouw Eva Denneboom op de Maliesingel 58 woonde. Hij dook in 1942 onder in Den Haag, waarschijnlijk bij familie, maar werd opgepakt en op 7 september 1942 vermoord in het vernietigingskamp Auschwitz. Het is de vijfde struikelsteen tussen spoor en singel. In 2017 was er een vergelijkbare herdenking voor echtpaar Samuel Heijmans en Wilhelmina Frank (Hugo de Grootstraat 1) en in 2011 voor huisarts Martin en zijn zoon Leendert De Jong (Maliesingel 36).
Maker van melkzeven Raphael Wraslouski (1885-1942) was maker van zogenaamde teems, een eeuwenoud ambacht. Een teem is een trechter met een zeef van paardenhaar die je op een melkbus zet om vers gemolken melk te zeven, veel gebruikt door bakkers. Hij bestierde een winkel op de Zadelstraat. Met zijn vrouw Eva Dennenboom (1878-1956) woonde hij sinds 1935 op de Maliesingel 58. Dochter Adelheid werd in Amsterdam opgepakt en in 1945 vermoord in Bergen-Belsen. Eva kon na de oorlog terugkeren naar Maliebaan 58 en woonde daar tot aan haar dood in 1956.
De Rotterdamse, Joodse gezusters Roosje en Lea van der Sluijs huurden aan het begin van de oorlog kamers op de Frans Halsstraat 46. Na een korte periode van onderduiken, werden ze in 1943 opgepakt en afgevoerd naar het vernietigingskamp Sobibor. Buurtbewoner Barbara Jiskoot vroeg zich af: wie waren Roosje en Lea? Avondenlang speurde ze in archieven en registers om hun levensverhaal te kunnen achterhalen, een hele klus. Op de 75ste dag van de Rechten van de Mens, zondag 10 december, onthulde ze twee struikelstenen om de gezusters te herdenken.
Geen foto’s en verhalen Barbara wist al via het Digitale Joods Monument dat op dit adres in de oorlog twee Joodse zusters hadden gewoond. “Maar toen eerder dit jaar bij de woning er naast drie struikelstenen werden gelegd voor de familie Rechter, besloot ik meer onderzoek naar hen te doen. De informatie op het monument is namelijk zo summier, ik wilde meer weten. Foto’s, familieverhalen, brieven of dagboeken verwachtte ik niet te vinden. Maar door het urenlang uitpluizen van allerhande zakelijke registraties in soms moeilijk te ontsluiten archieven, ontstond verrassend genoeg tóch een beeld.”
Een net dat zich sluit “Zo achterhaalde ik dat ze ter wereld kwamen in de Zandstraatbuurt, de vooroorlogse Joodse wijk in Rotterdam. Al op jonge leeftijd werden ze wees, belandden in een weeshuis en bleven de rest van hun leven ongetrouwd en kinderloos. Via bijvoorbeeld bevolkingsregisters kon ik volgen waarheen ze – met enige regelmaat – verhuisden en wat ze deden voor de kost. De speurtocht gaf me ook een ambivalent gevoel: dankzij alle registers kon ik nog sporen van Roosje en Lea vinden; maar door diezelfde nauwgezette registraties kon tijdens de oorlog het net van de vervolging zich steeds nauwer om hen heen sluiten, tot de dood aan toe.”
Lees hier de hele toespraak die Barbara hield bij de onthulling van de struikelstenen voor Roosje en Lea van der Sluijs. Meer info over struikelstenen in Oost: www.oostkrant.com/struikelstenen
In de stoep voor de woning Frans Halsstraat 44 zijn door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig drie struikelstenen gevoegd bij de drie die al eerder waren geplaatst voor het gezin Max, Ester en Bernard Rechter. Deze zes stenen herinneren ons voortaan aan de Joodse familie Rechter die hier in de oorlog woonde. In 1943 moesten Max, Ester en hun zoon Bernard Rechter onderduiken. Niet veel later werden ze verraden, afgevoerd en in Auschwitz vermoord, evenals de bij hen ondergedoken ouders en oom. Hun namen staan ook op het Joods Monument bij het Maliebaanstation (Spoorwegmuseum), in 2015 opgericht ter herinnering aan de deportatie van meer dan 1.200 Utrechtse Joden.
Verraden en vermoord Het van oorsprong Poolse gezin kreeg in mei 1943 via tussenpersonen (en tegen hoge bemiddelingskosten) een onderduikadres bij de familie Spee (echtpaar met één zoon) op de Gildstraat 79 in Wittevrouwen. Een paar weken later al stonden de beruchte jodenjagers Jan Smorenburg en Gijsbert van Cleef op de stoep. De onderduikers waren vermoedelijk verraden door hun eerder zo ‘hulpvaardige’ tussenpersonen. Het gezin en vader des huizes Peter Spee werden afgevoerd naar politiebureau Paardenveld. Via Westerbork werd het gezin op 16 november met de trein naar Auschwitz vervoerd en direct bij aankomst vergast. Max, Ester en Bernard waren toen respectievelijk 45, 43 en 16 jaar oud. Ook Peter Spee werd gedeporteerd en bezweek begin 1945 in Dachau, nog geen 46 jaar oud. Historicus Maarten van Rossem vertelt het hele verhaal op RTVU.
Getuigenverklaring Willem Spee, een kleinzoon van Peter Spee, is de initiatiefnemer van deze zes struikelstenen. In zijn toespraak citeerde hij uit het verhoor door de Politieke Recherche in 1946, waarin zijn oma (voluit: Maria Cornelia van Terheyden) als volgt getuigde:
“Ongeveer drie dagen voor Pinksteren 1943, de juiste datum herinner ik me niet meer, maar het was reeds laat op de avond, meende ik dat er gebeld werd aan de huisdeur. Ik sliep weer in, maar na enige tijd werd ik plotseling wakker, doordat er enige mannen voor mijn bed stonden. Op mijn vraag wat dit moest beduiden, zeiden zei: “Stil maar, moedertje, wij kwamen maar eens even kijken”. De mannen in burger gekleed liepen daarop regelrecht de kamer binnen waar de joden sliepen. Het zal ongeveer twee uur in de nacht zijn geweest, maar het juiste uur kan ik mij niet meer herinneren. Ik hoorde dat mijn man een van de rechercheurs – wat dit bleken later te zijn – met de naam Smorenburg aansprak. Ik zou die man en ook de bij hem zijnde rechercheurs, direct herkennen. (Ik, verbalisant, toon de getuige de foto van J. Smorenburg, en de foto’s van de andere rechercheurs die in die tijd de joden arresteerden, waarop zij verklaarde: “Ik herken de foto van Smorenburg en Van Kleef als de rechercheurs die bij ons de joden gearresteerd hebben”). Nadat de rechercheurs alle eigendommen van de joden bij elkaar gezocht hadden, waartoe Smorenburg zelfs op de vliering klom, hebben zij de joden met het kind en mijn man gearresteerd en overgebracht naar het Hoofdbureau van Politie te Utrecht.”
Over het project Struikelstenen Stolpersteine (stolpern betekent struikelen) is een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. De vierkante betonnen keien hebben een messing bovenplaat met daarin een tekst gegraveerd, doorgaans de naam, geboortedatum en de plaats en datum van overlijden van slachtoffers van het naziregime. De stenen worden geplaatst in de stoep bij huizen waaruit zij zijn verdreven of vermoord. Verspreid over Europa vormen de stenen tezamen één groot monument. ‘Je valt niet over de stenen, maar struikelt met je hoofd en hart over de (zwarte) geschiedenis’.
Een druilige, herfstige vrijdagochtend, in tijden van oorlog: tegen dat sombere decor leggen nazaten van de familie Hes twee struikelstenen in de stoep van de Paulus Potterstraat voor Bernard Hes (1896-1944) en Sonja Hes (1928-1944). Kleindochter Ada Amit vertelt in haar toespraak het overlevingsverhaal van haar familie. Overigens in bijzijn van slechts een deel van haar familie, omdat het vliegverkeer vanuit Israël stil ligt vanwege de opgelaaide strijd in het Midden-Ooste.
Gebons op de deur Marskramer (handelaar in textiel) Bernard Hes woont met zijn vrouw Selma en jonge dochters Sophie en Sonja in het hoekhuis aan de Paulus Potterstraat. Tot op een avond in augustus 1942 hard gebons: aan de deur staan twee man politie en verklikker Wim Kamp (later veroordeeld). Bernard, toen 46 jaar oud, wordt direct meegenomen en via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Selma heeft hem na die avond niet meer gezien of gehoord.
Gevlucht naar het Diak Met hulp van haar buurvrouw mevr. van der Linden vindt Selma, die lijdt aan tbc, na een paar bange dagen opvang in het Diakonessenhuis. Haar oudste dochter Sophie vindt een toevluchtsoord bij de familie Beer in Arnhem. Jongste dochter Sonja wordt via-via naar een boerderij op de Veluwe gebracht. Maar als mevr. van der Linden haar daar een tijd later opzoekt en een ondervoed, ernstig ziek meisje aantreft, neemt ze Sonja terug mee naar Utrecht en brengt haar naar hetzelfde ziekenhuis als waar haar moeder schuilt. Sonja bezwijkt daar uiteindelijk op 11 mei 1944, 15 jaar oud. Haar zus kan alleen nog afscheid van haar nemen door zich als oude vrouw te verkleden, met dank aan haar oude buurvrouw. Moeder Selma was eerder om veiligheidsredenen verhuist naar het St Antonius Gasthuis aan de Prins Hendriklaan. Zij overleeft de oorlog, evenals haar oudste dochter Sophie. Die trouwt en emigreert naar Israël.
Overlevingsverhaal Sophie’s dochter Ada Amit legt vandaag de twee struikelstenen met haar kleinkinderen en spreekt haar dank uit naar iedereen die ze heeft mogen ontmoeten tijdens haar reis om dit overlevingsverhaal hier in Oost te kunnen vertellen. Haar kleinkinderen vertelt ze dat er in de oorlog tussen alle angst en kwaad ook goede, moedige mensen waren, die hielpen terwijl ze hun eigen leven riskeerden.
Annemarie Selinko (1914-1986) droeg in 1951 haar bestseller Désireé (meer dan 20 miljoen boeken wereldwijd verkocht) op aan haar in de oorlog vermoorde zus Liselotte. Ruim 70 jaar later volgt nóg een eerbetoon, in Oost! Op 9 juli worden voor het huis Prins Hendriklaan 91 drie struikelstenen gelegd ter herinnering aan het jonge, Joodse gezin Roeders: Liselotte, haar man Kurt en dochter Tonia. Zij woonden hier in de oorlog. In 1944 werd het gezin via Westerbork gedeporteerd en in Auschwitz vermoord.
Oude foto’s Corrie Huiding en haar man Ad achterhaalden de aangrijpende geschiedenis van het gezin Roeders en namen het initiatief voor de struikelstenen: “Sinds 2015 wordt in Utrecht Open Joodse Huizen georganiseerd. Wij doen elk jaar mee, omdat we in Wijk C in het geboortehuis wonen van de Joodse huisarts Bram Querido. Hij overleefde ternauwernood de oorlog, maar verloor – op zijn jongste zus na – zijn hele familie. In 2017 besloot ik via sociale media aandacht te geven aan het verhaal van de dokter. Nel de Jong, die ik ken van het Bartholomeus Gasthuis waar zij werkt en ik vrijwilliger ben, had mijn bericht op Facebook gelezen. Ze vertelde dat haar moeder bij een Joods gezin op de Prins Hendriklaan had gewerkt en dat ze nog oude foto’s had.”
Knap speurwerk “Mijn man Ad werd door de foto’s getroffen, vooral door die van het dochtertje, de kleine rode krullenbol Tonia. Door het adres te combineren met de summiere gegevens op het Joods Monument bij het Spoorwegmuseum, wist hij de geschiedenis te achterhalen. Liselotte en Kurt Roeders vluchtten eind jaren 30 vanwege de opkomende naziterreur vanuit Oostenrijk naar Nederland. Ze kregen een dochter, Tonia, en huurden in 1940 in Utrecht een huis op de Prins Hendriklaan. Later werd het hele gezin gedeporteerd en in 1944 in Auschwitz vermoord. De zus van Liselotte, Annemarie, was getrouwd met de Deen Selinko en wist via Denemarken en later Zweden te ontkomen aan de nazi’s. Zij werd een gevierd schrijver en droeg haar laatste boek Desiré op aan haar vermoorde zus.”
Lees de toespraak terug die Corrie op 9 juli 2023 onder grote belangstelling hield bij het plaatsen van de drie struikelstenen. Meer informatie en overzicht van alle 30 struikelstenen in Oost: www.oostkrant.com/struikelstenen
Over Struikelstenen Struikelstenen is afgeleid van het Duitse Stolpersteine (stolpern betekent struikelen) en is een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. De vierkante betonnen keien, 10x10x10 cm, hebben een messing bovenplaat met daarin een tekst gegraveerd, doorgaans de naam, geboortedatum en plaats-datum van overlijden van het betreffende slachtoffer van het naziregime. De stenen worden – op aanvraag – geplaatst in de stoep bij het huis waar het slachtoffer destijds woonde. Verspreid over Europa vormen de inmiddels meer dan 90.000 stenen tezamen één groot monument. Inmiddels liggen er 30 in Oost op 15 adressen (stand per 9 juli 2023).
Over het Joods Monument In de Tweede Wereldoorlog woonden er ongeveer 1.600 Joden in Utrecht. Meer dan 1.200 zijn vermoord of overleden in de concentratiekampen. Op het Joods Monument (onthuld op 29 oktober 2015) bij het plein van het Maliebaanstation (nu Spoorwegmuseum) staan hun namen. De meeste joden werden vanaf dit station op transport gezet naar Duitsland.
Corrie Huiding spreekt de aanwezigen toe – foto: Jim TerlingenKurt en Liselotte RoedersDochter Tonia RoedersDrie struikelstenen in de stoep voor Prins Hendriklaan 91Uit het boek Désireé (1951) van schrijver en zus Annemarie SelinkoJoods Monument bij het Maliebaanstation
Student Truus van Lier (1921-1943) schoot in de oorlog als daad van verzet de beruchte politiechef Kerlen neer. Ze werd niet veel later opgepakt en uiteindelijk in 1943 in Sachsenhausen geliquideerd. Lees hier het hele verhaal. In 2021 onthulde burgemeester Sharon Dijksma een gedenkbord voor het ouderlijk huis van Truus aan de Prins Hendriklaan 50A (destijds nummer 48), waarin tegenwoordig de ticketoffice van het Rietveld-Schröderhuis zit.
Ook een struikelsteen voor Derkje Achterneef Hans van Lier plaatste toen ook een zogenaamde struikelsteen in de stoep. Struikelstenen vind je in heel Europa bij huizen van slachtoffers van het naziregiem. Tezamen vormen die één groot monument. Er liggen nu 21 struikelstenen in Oost. Zaterdag 22 april 2023 plaatste wethouder Schilderman ook een steen naast die van Truus ter nagedachtenis aan haar moeder Derkje van Lier-Wensink (1890-1945). Die kwam hier direct na de geboorte van Truus in 1921 te wonen samen met haar man, de joodse advocaat Wim van Lier, en hun oudste dochter Miek.
Moeder ook gearresteerd Nadat Truus vrij snel na de aanslag was opgepakt en vastgezet in het Huis van Bewaring in Amstelveen, bezocht Derkje haar dochter elke week. Totdat ook zij werd gearresteerd en afgevoerd, vermoedelijk omdat de Duitsers dachten dat zij betrokken was bij de aanslag. Ze stierf op 15 januari 1945 in het vrouwenkamp Ravensbrück aan uitputting, in de leeftijd van 54 jaar. Man Wim en dochter Miek overleefden de oorlog.
Levensloop en gedicht De struikelsteen voor Derkje is een initiatief van (wijkgenoot) Jim Terlingen die veel historisch onderzoek doet naar Utrechtse joden in de oorlog. Zo schreef hij een boek over de Joodse Raad van Utrecht. Over Derkje schreef hij een uitgebreide levensloop. Hanneke van Eijken van het Utrechtse Stadsdichtersgilde schreef een gedicht over Derkje, mede geïnspireerd door een oude foto met haar man Wim in de tuin:
Derkje
in de ochtend wakker worden en beseffen ze zijn er allemaal nog maar buiten breken de dagen als glas
de sleutel in je hand voelen de lakens binnen halen bij miezer haren invlechten, soep koken de gordijnen sluiten voor het geluid van laarzen die stampen en knerpen op de laan
het leven steek voor steek losgetrokken zien worden door een woede die niemand begrijpt alles valt uiteen in kleine delen ook voor wie weet hoe alle moleculen elkaar vasthouden
je lacht tegen de grijze lucht op de foto in je tuin
het licht op je stoep trekt grove lijnen, een loper naar je huis
Toespraak onderzoeker Jim Terlingen – foto: Arnoud Wolff
Moeder Derkje, Truus van Lier en Derkje met Wim – foto: privéarchief Zegers de Beyl en Het Utrechts Archief
In de stoep voor de woning Burgemeester Reigerstraat 75 is op zondag 16 april een struikelsteen geplaatst ter herinnering aan Helena (Lenie) van Staveren (1909-1944). Dit was het huis waar ze opgroeide. Na haar huwelijk met Maurits Kiek verhuisde ze naar Eindhoven. Nadat haar man in 1940 was overleden aan een hartstilstand, keerde Lenie met zoon Bram terug naar haar ouderlijk huis. Later hertrouwde ze met Salomon Slijper. Zij werd in 1944, net als Salomon, in Auschwitz vermoord.
Initiatiefnemer van deze struikelsteen is Christien Sijbesma voor wie Lenie een oud-tante was. In Eindhoven werd al eerder een struikelsteen gelegd. Lees de biografie van Lenie van Staveren inclusief de familieverbanden. Deze struikelsteen is de twintigste in Oost, zie het overzicht met kaart.
Over het project Struikelstenen Stolpersteine (struikelstenen, stolpern is het Duitse woord voor struikelen) is een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. De vierkante keien, 10x10x10 cm, hebben een messing bovenplaat met daarin een tekst gegraveerd, doorgaans de naam, geboortedatum en de plaats en datum van overlijden van slachtoffers van het naziregime. De stenen worden geplaatst in de stoep bij huizen waaruit zij zijn verdreven of vermoord. Verspreid over Europa vormen de stenen tezamen één groot monument.
‘Man fällt nicht über die Stolpersteine, du stolperst mit dem Kopf und dem Herzen’
Foto’s van Ed Kanters, Arnoud Wolff en familiearchief Van Staveren / Sijbesma
Struikelsteen voor Lenie Van Staveren (Burg Reigerstraat 75)De struikelsteenGezin Van Staveren – 1930Familie en huidige bewonersRobs, Lenie en Jetske (vriendin) – 25/05/1930
“Dit is m’n kans!” De ogen van Riek Hoefsmit (98 jaar) lichten op, als ze terugdenkt aan het krantenartikel dat ze in 2019 onder ogen kreeg. “Ik las dat een aantal scholieren van het Bonifatiuscollege onderzoek deed naar in de oorlog gedeporteerde Utrechtse Joden. De leerlingen wilden via crowdfunding struikelstenen plaatsen ter nagedachtenis aan deze families. Ik moest onmiddellijk denken aan de familie Meijers, die destijds in de Paulus Potterstraat woonde. Wat zou het mooi zijn als er voor de deur van hun toenmalige woning óók twee struikelsteentjes geplaatst konden worden.”
Schoenen afleveren Riek woont nog altijd in Utrecht Oost. Ze is een dochter van wijlen Johan Peer, die jarenlang een schoenmakerij had op de Jacob van Ruisdaelstraat. Toen op nr. 80, na de hernummering 112 (zie archieffoto). Daar start haar herinnering aan de familie Meijers. “Ik weet nog heel goed dat ik een paar schoenen moest afleveren, een klusje dat ik vaker deed voor mijn vader. Ik was toen een jaar of 16. De familie was een goede klant. Mevrouw Meijers deed open. Ik herinner het me zo goed, omdat ik onhandig het kleingeld liet vallen. Niet veel later moest de familie vluchten en besefte ik dat ze de schoenen wellicht zelden gedragen zullen hebben.”
Familie moet vluchten De familie Meijers bestond uit vier personen. Vader Lion en moeder Renée, de dochters Lya en Elly. Op 18 april 1943 (de dag nadat Lya 7 en Elly 4 jaar geworden waren), werden de meisjes bij hun ouderlijk huis opgehaald door het echtpaar Jan en Wilhelmina van Hilten (uit Utrecht), goede vrienden van hun ouders. Er werd gezegd dat ze een paar dagen weg zouden gaan en dat ze hun ouders daarna weer zouden ontmoeten. Maar dat is nooit meer gebeurd …
Gevaar rond de Maliebaan Achter op de fietsen van het echtpaar werden de meisjes naar hun eerste veilige adres gebracht bij de weduwe Ridder-den Hartogh op de Ramstraat. Zij bestierde er een pension. Een gevaarlijke plek zo vlakbij de Maliebaan met alle nazi hoofdkwartieren. Het stikte in de buurt van de Duitsers. Daarom bracht ze de zusjes elders onder: Lya bij een doktersgezin in Amersfoort en Elly bij haar eigen dochter Wijntje Griffioen-Ridder, op een boerderij bij Baambrugge.
Onafscheidelijk Hun ouders, Lion en Renée Meijers, vluchtten in 1943 naar Brummen, hun geboortedorp. Zij vonden er een onderduikadres. Daar werden ze voor 7,50 (gulden) per ‘hoofd’ verraden door een meisje dat verkering had met een Duitser. In 1944 zijn ze – gescheiden van elkaar – in een concentratiekamp vermoord, respectievelijk 36 en 30 jaar oud. Pas na de oorlog zagen de zusjes Lya en Elly elkaar weer. In de jaren 50 emigreerden ze naar Amerika. Ze zijn onafscheidelijk tot op de dag van vandaag.
Struikelstenen geplaatst Riek vertelt verder: “De oproep voor de crowdfunding bracht alles weer naar boven. Ik heb een persoonlijke brief geschreven en ben langs de deuren van de Paulus Potterstraat gegaan met het verzoek om mee te doen met de crowdfunding, opdat de struikelstenen gelegd konden worden. Heel fijn dat het gelukt is. Ik had rond die tijd ook een zeer waardevol contact met het Bonifatiuscollege, de leerlingen en een aantal bewoners van de Paulus Potterstraat.
Reactie vanuit Amerika Tot mijn grote verrassing werd ik op een dag vanuit Amerika opgebeld door een enthousiaste en ontroerde Lya Frank-Meijers. Zij had gehoord dat er bij het huis van haar ouders op de Paulus Potterstraat – ter herinnering aan hen – struikelsteentjes geplaatst zouden worden. Met Lya en Elly (in Californië) heb ik sindsdien nog geregeld contact.”
Zoon Bart van de familie Griffioen heeft het hele onderduikverhaal van Elly en Lya meeslepend opgeschreven.
Mevrouw Hoefsmit bij de struikelstenen voor de familie Meijers in 2019Mevrouw Hoefsmit samen met Elly en Lya – foto Marijke Hoefsmit 2019Een interview met Elly en LyaSchoenmakerij Peer op de Jacob van Ruisdaelstraat 80 (nu 112) – foto: archief familie Hoefsmit @1953
Burgemeester Sharon Dijksma onthulde een plaquette om verzetsheldin Truus van Lier (1921-1943) te herdenken. Truus schoot op 3 september 1943 de hoofdcommissaris van politie Gerard Kerlen dood die op het punt stond een grote groep Utrechtse joden en verzetsmensen op te pakken. Niet veel later werd Truus zelf verraden en voor het vuurpeloton gezet.
Eerste vrouwelijke verzetsheld? Truus groeide op in het huis naast het beroemde Rietveldhuis. Het is nu een ticketoffice, daarom is het Centraal Museum een van de supporters van dit eerbetoon. Schrijver en buurtgenoot Jessica van Geel schreef eerder een biografie over de eigenaar van het Rietveldhuis, Truus Schröder, en werkt nu aan een boek over het buurmeisje Truus van Lier. “Het was vrij zeldzaam dat vrouwen het gewapende verzet ingingen. Veel mensen kennen het verhaal van Hannie Schaft door de film en het boek. Maar we weten nu dat Truus van Lier haar aanslag pleegde vóórdat Hannie Schaft de wapens trok. Misschien was ze wel de eerste vrouw die in haar eentje een liquidatie uitvoerde.”
Struikelsteen voor Truus In de stoep voor het huis werd ook een Stolperstein (struikelsteen) geplaatst als onderdeel van een gedenkmonument van kunstenaar Gunter Demnig. Er liggen inmiddels meer dan 70.000 van deze stenen in Europa en Rusland, waarvan meer dan 120 in Utrecht.