Student Truus van Lier (1921-1943) schoot in de oorlog als daad van verzet de beruchte politiechef Kerlen neer. Ze werd niet veel later opgepakt en uiteindelijk in 1943 in Sachsenhausen geliquideerd. Lees hier het hele verhaal. In 2021 onthulde burgemeester Sharon Dijksma een gedenkbord voor het ouderlijk huis van Truus aan de Prins Hendriklaan 50A (destijds nummer 48), waarin tegenwoordig de ticketoffice van het Rietveld-Schröderhuis zit.
Ook een struikelsteen voor Derkje
Achterneef Hans van Lier plaatste toen ook een zogenaamde struikelsteen in de stoep. Struikelstenen vind je in heel Europa bij huizen van slachtoffers van het naziregiem. Tezamen vormen die één groot monument. Er liggen nu 21 struikelstenen in Oost. Zaterdag 22 april 2023 plaatste wethouder Schilderman een steen naast die van Truus ter nagedachtenis aan haar moeder Derkje van Lier-Wensink (1890-1945). Die kwam hier direct na de geboorte van Truus in 1921 te wonen samen met haar man, de joodse advocaat Wim van Lier, en hun oudste dochter Miek.
Moeder ook gearresteerd
Nadat Truus vrij snel na de aanslag was opgepakt en vastgezet in het Huis van Bewaring in Amstelveen, bezocht Derkje haar dochter elke week. Totdat ook zij werd gearresteerd en afgevoerd, vermoedelijk omdat de Duitsers dachten dat zij betrokken was bij de aanslag. Ze stierf op 15 januari 1945 in het vrouwenkamp Ravensbrück aan uitputting, in de leeftijd van 54 jaar. Man Wim en dochter Miek overleefden de oorlog.
Levensloop en gedicht
De struikelsteen voor Derkje is een initiatief van (wijkgenoot) Jim Terlingen die veel historisch onderzoek doet naar Utrechtse joden in de oorlog. Zo schreef hij een boek over de Joodse Raad van Utrecht. Over Derkje schreef hij een uitgebreide levensloop. Hanneke van Eijken van het Utrechtse Stadsdichtersgilde schreef een gedicht over Derkje, mede geïnspireerd door een oude foto met haar man Wim in de tuin:
Derkje
in de ochtend wakker worden en beseffen
ze zijn er allemaal nog
maar buiten breken de dagen als glas
de sleutel in je hand voelen
de lakens binnen halen bij miezer
haren invlechten, soep koken
de gordijnen sluiten voor het geluid van laarzen
die stampen en knerpen op de laan
het leven steek voor steek losgetrokken zien worden
door een woede die niemand begrijpt
alles valt uiteen in kleine delen
ook voor wie weet hoe alle moleculen elkaar vasthouden
je lacht tegen de grijze lucht
op de foto in je tuin
het licht op je stoep
trekt grove lijnen, een loper naar je huis
Foto’s: privéarchief Zegers de Beyl en Het Utrechts Archief