Oost kent één wel heel bijzonder huisnummer: Biltstraat 113 B bis A. De woning staat te koop op funda (onder bod). De complexe combinatie van cijfers en letters zal niet de reden zijn, maar voor postbodes en bezorgers is het toch een puzzeltje. Typisch Utrecht ook, zo zo legde de vereniging Oud Utrecht in een artikel uit 1993 uit.
Elke wijk een letter
Tot eind 18de eeuw hadden huizen in de (binnen)stad geen nummer. Veel huizen hadden een eigennaam. Of iemand woonde ‘vlakbij herberg de Rode Leeuw, in het huis met de spitse torenpunt’. Dan wist je genoeg. In 1795 gaf de nieuwe Franse bezettingsmacht voor het eigen overzicht de acht wijken in de (binnen)stad een letter. Wijk C herinnert daar nog aan. In elke wijk kregen de huizen een doorlopend nummer, dus niet per straat. Bovenhuizen kregen ‘bis’ als toevoeging, het betekent ‘nog eens’ in het Frans. Dit is nog altijd een typisch Utrechts gebruik, de meeste gemeenten gebruiken hiervoor Romeinse cijfers.
Nieuw systeem
In 1879 wordt de nummering in de snel groeiende buitenwijken verfijnd. De nummering gaat voortaan per straat: even nummers links en oneven rechts, met nog altijd de toevoeging bis voor bovenhuizen. In 1891 gaat ook de binnenstad over op dit systeem. Na het splitsen van een huis, of het bebouwen van een leeg kavel, krijgt een nieuw adres er een letter bij. Adres 8A ligt dus tussen 8 en 10 en wie op 10B woont heeft buren op 10A en 12. Als zo’n woning ook een bovenhuis heeft (met eigen voordeur), krijgt dat de gebruikelijke toevoeging bis, bijvoorbeeld 17B bis. Zit er nóg een woning boven, dan volgt een extra letter: 17 B bis A.
Zo kun je de puzzel ‘Biltstraat 113B bis A’ dus oplossen.
Meer info over wijknamen en huisnummers in Utrecht via Oud Utrecht.