Ons huis staat aan de rand van Utrecht-Oost. Aan de overkant de Sterrenwacht. In de winter zie ik door de kale bomen de Dom. In de zomer zie ik niks, lijk ik in een bos te wonen.
Tien jaar geleden wilde mijn vrouw weg uit de Vogelenbuurt. Met een kind wilde ze meer tuin en eigenlijk helemaal de stad uit. Naar een dorp, ik verafschuwde het idee. Zij elke dag naar de stad voor haar werk en ik als stadsschilder in het weiland. Ik zag het einde van mijn carrière naderen. Het compromis werd Utrecht Oost met een diepe tuin. Daarin een kastanjeboom van 160 jaar oud. Al tien jaar lever ik een gevecht met de kastanjemineermot om de boom te behouden. Uitdunnen door een boomexpert, voor kapitalen aan meststoffen in de grond. In de boom hangen lokkastjes met de geur van de vrouwtjesmot. De mannetjes komen daar massaal op af, een oud verhaal, en verdrinken in het kastje.
Dit deel van de stad is als een dorp, tussen het spoor en de singel. Op het eerste buurtfeest leert onze dochter een buurmeisje kennen met wie ze nog steeds dik bevriend is. Over de tuinmuur klauteren ze in elkaars tuin. In de eerste zomer, moe van de hele dag achter de schildersezel staan, klim ik regelmatig achter haar aan en drink een glas met Michiel, de buurman. Na een paar maanden kom ik er achter dat hij met zijn werk als architect is gestopt, omdat hij lijdt aan een ernstige ziekte. Hij wilde dat geen rol laten spelen in onze gesprekken over kunst en architectuur.
Maar na verloop van tijd zag ik aan zijn gezicht dat het niet goed ging. Hij werd opgenomen in het Diak, om de hoek. Als ik daar op bezoek ging, zaten er altijd bekenden uit de buurt. Het ging helemaal fout. De ziekte trok als een orkaan door hem heen. Hij werd nog terug naar zijn huis gebracht. Onze dochters speelden rond zijn bed. De uitvaart in de St. Aloysiuskerk werd geleid door de priester uit de van Oldenbarneveltstraat. in de Oosterstraat vonden we een jonge vrouw die prachtig Bach kon spelen. De hele buurt liep achter de kist aan. Over de Rembrandtkade naar het Wilhelminapark. Over de Koningslaan, langs het Rosarium naar Sint Barbara. Daar vlakbij de graven van de zigeuners en de kinderen, daar in Oost ligt Michiel.
Beeldend Kunstenaar Jeroen Hermkens maakt schilderijen en litho’s van steden over de hele wereld. Zijn werk is regelmatig te zien in binnen- en buitenland. In 1996 kreeg Hermkens De Nederlandse Grafiekprijs en in 2006 werd hij verkozen tot kunstenaar van Het Jaar.
Deze column verscheen in de Oostkrant van maart 2013.