Schrijver en historisch onderzoeker Jim Terlingen, een bekend gezicht in Abstede, heeft een fascinatie voor wat er met joden, met name in Utrecht, in de oorlog is gebeurd. In zijn nieuwste boek (358 pagina’s) beschrijft hij in detail de rol van de Joodse Raad in Utrecht, en hoe die – noodgedwongen – samenwerkte met gezag, politie en jodenjagers bij het deporteren van joden.
Feiten boven tafel
Jim heeft een reputatie met grote vasthoudendheid feiten en verhalen boven water te krijgen die lang verborgen of onbekend waren. Uitkomsten van zijn onderzoeken liggen dikwijls gevoelig, want het betreft een zwarte bladzijde in de 900-jarige geschiedenis van onze stad. Zo zijn meer dan 1.200 joden (van de ongeveer 1.600) gedeporteerd via het Maliebaanstation, tegenwoordig Spoorwegmuseum. Hij heeft uitgeplozen of al hun namen op het Joods Monument uit 2015 bij het Spoorwegmuseum wel kloppen, en of er namen ontbreken of juist onterecht vermeld zijn. Met een voor de makers pijnlijke, maar noodzakelijke rectificatie als gevolg.
Joodse Raad
De Duitse bezetter eiste een aanspreekpunt vanuit de joodse gemeenschap, en daarom richtte een aantal joodse notabelen in november 1941 de Joodse Raad Utrecht op. Die speelde een grote rol bij de eerder genoemde deportaties. Vreemd genoeg is er volgens Jim weinig over deze afdeling van de Joodse Raad gepubliceerd: “Er is een boek uit de jaren ’80 waarin werking en samenstelling summier beschreven staan. Over de Amsterdams (hoofd)afdeling is veel meer bekend. Sowieso is in Utrecht veel informatie uit de oorlog verloren gegaan. Zo is het politiearchief uit die tijd spoorloos. Ik heb veel tijd en energie bestoken in het achterhalen van namen, data en gebeurtenissen inclusief verslagen van ooggetuigen.”
Krentenbollen voor onderweg
“Een voorbeeld van zo’n feit is dat de Joodse Raad bij de twee massale deportaties in 1942 aan de joden die hier op het stationsplein in de rij stonden, krentenbollen meegaven voor onderweg. Natuurlijk met de beste bedoelingen, maar omdat wij de eindbestemming kennen, komt het bizar over. In mijn boek beschrijf ik hoe dat er aan toe ging op dit plein: het vormen van rijen, de mix van onwetendheid, angst en hulpeloosheid. Met o.a. een ooggetuigenverslag van een aanwezige politieman.
Ik wil van joden, die vaak slechts als slachtoffergroep aangeduid worden, weer mensen, stadsgenoten, maken. Daarom zoek ik ook in dit boek vooral naar feiten, hoe pijnlijk en ongemakkelijk die ook kunnen zijn. Het duiden en oordelen laat ik aan anderen.”
Boekpresentatie
Op vrijdag 29 april is de boekpresentatie bij Broese om 16:00 uur (inloop 15:30 uur). Het eerste exemplaar zal worden overhandigd aan schrijver-kunstenaar Pieter Hein die als joods jongetje in Utrecht tijdens de oorlog zat ondergedoken. Meer info en aanmelden (gratis) via Broese. Vanaf die dag is het boek ook in Oost verkrijgbaar (koop lokaal!) bij boekhandel Bruna op de Nachtegaalstraat, en online via Brave New Books online.
Contact Jim via www.jimterlingen.nl