Het voormalige klooster aan de Deken Roesstraat is ruim een eeuw oud. De laatste monnik vertrok in 2018, het pand is verkocht. Er komen appartementen in. Maar de buurt trekt aan de bel. Waarom? Ze zijn niet tegen bewoning, maar willen niet dat daarvoor de unieke en puntgave veranda langs de binnentuin wordt gesloopt.
Achterkant is welstandsvrij
“Hoe kan dat, in een stad die trots zegt te zijn op al haar monumenten?” Kees Verboom en Eppo Groenewold van het buurtcomité ROES! (Red Ons Erfgoed, Stadsie!) snappen er weinig van. Ze hebben namens de bijna 50 omwonenden de afgelopen jaren een hele rechtsgang tot aan de Hoge Raad bewandeld om sloop te voorkomen, maar kregen steevast te horen: aan de achterkant van huizen gelden geen welstandsnormen, eigenaren mogen hun gang gaan. Ze wagen nog een uiterste poging. “We vragen nu de lokale politiek om in te grijpen. We weten dat de afdeling Erfgoed druk bezig is om dit klooster alsnog de status Religieus Monument te geven. Dat bleek al die tijd vergeten, tot onze stomme verbazing.”
Katholiek bolwerk
Die verbazing is niet vreemd. Dit buurtje is één groot monument: in 1894 bouwde de snelgroeiende katholieke parochie aan de Biltstraat 123 de imposante Onze Lieve Vrouwekerk. Rond 1900 stichtte Deken (kerkbaas) Roes achter de kerk vijf buurtscholen aan de Adriaanstraat en Pallaesstraat. Voor het onderwijs ‘huurde’ hij de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort in. Die kregen in ruil onderdak in het nieuwe stadsklooster te midden van de scholen, met een nieuwe weg om er te komen: de Deken Roesstraat. Zo ontstond een katholiek bolwerk in Buiten Wittevrouwen.
Kerk en school gesloopt
In 1972 werd de kerk wegens gebrek aan bezoekers gesloopt en de zusters in het klooster maakten plaats voor franciscaner monniken. Op de plek van de vroegere School B aan de Pallaesstraat is in 1992 de Katholieke Montessorischool gebouwd. De andere schoolpanden zijn in de loop der jaren verbouwd tot appartementen en kinderopvang. “Alleen het klooster met binnentuin en prachtige veranda ziet er nog zo uit als in 1902. Maar het is vreemd genoeg géén monument.”
Veranda in goede staat
Kees en Eppo lieten zelf een onderzoek doen naar de monumentale waarde van de veranda door erfgoedspecialist De Fabryck. “Het rapport is duidelijk: de veranda is kenmerkend voor de architectuur van Gerardus Ebbers, een leerling van Alfred Tepe die lange tijd gold als de huisbouwmeester van het aartsbisdom Utrecht.” De veranda was de (beschutte) overgang van gebouw naar wandeltuin, de plaats van rust en overdenking, een compacte kloostergang. De aanbouw is geheel in takt, zelfs het hout, het gele Engelsche glas (zonwerend), de terrassovloer en de dakbedekking van (zeldzame) Utrechtse blauwe platte pannen zijn nog puntgaaf. Eeuwig zonde als die verloren zou gaan!”
Komt Erfgoed nog op tijd?
“De afdeling Erfgoed is zeer enthousiast, zo wisten we via een WOB-verzoek te achterhalen. De vraag is: komt hun aanwijzing tot Religieus Monument nog op tijd? Onze hoop is dat de politiek op de rem trapt, het onderzoek van Erfgoed afwacht en vervolgens de verbouwplannen opnieuw laat beoordelen. Het zou een monumentale misser zijn als deze veranda gesloopt zou worden.” Raadslid Pepijn Zwanenberg (GroenLinks) gaat in ieder geval aan de slag met de zorgen van de bewoners: “Als stad zijn we zuinig op ons erfgoed, ik ga me sterk maken om dit klooster alsnog tot monument te verklaren, te beginnen met schriftelijke vragen aan de wethouder.”
Update 1 april 2023 (geen grap)
Tot grote schrik van de omwonenden is de projectontwikkelaar SOM tóch begonnen met de sloop. De staanders zijn weggehaald en vervangen door stempels. Ruit voor ruit wordt de aanbouw ontmanteld. “Ze weten dat 4 april de afdeling Erfgoed gaat beslissen over de monumentale status van de veranda”, zegt Eppo namens ROES! “Daarnaast ligt de zaak nog bij de Hoge Raad. Vermoedelijk wil de projectontwikkelaar beide partijen voor een voldongen feit plaatsen door nu snel te slopen. Weg is weg. En dan kan er uitgebouwd worden de tuin in, wat natuurlijk zeer lucratief is voor de eigenaar. Maar wel eeuwig zonde!”