Op 15 september 1885 stemde de gemeente in met het verzoek van student Antoon Oudemans om één van de wandelpaden op de Maliebaan te bestemmen tot fietspad. Een succes voor Antoon en de 44 ondertekenaars van de petitie, allen vélocipèdisten, zoals de fietsliefhebbers van de nieuwe sport genoemd werden.
Hoge bi
Antoon – ook wel Ridder Droogstoppel genoemd – had als een van de eerste in Nederland een zogenaamde hoge bi: een smeedijzeren fiets met een groot voorwiel en een klein achterwiel, beiden van massief rubber. Zonder ketting en zonder vering. Je kon er 25 km/u mee halen als je doortrapte én de ondergrond enigszins vlak was. Daarom had hij zijn oog laten vallen op de lange wandelpaden over de Maliebaan: het vlakke gravel reed een stuk comfortabeler (en sneller) dan de bonkige kinderkopjes van de omliggende wegen. En veiliger, want berijders van een hoge bi kukelden nog wel eens voorover.
Eerste officiële rijwielpad
De fietsclub kreeg een vergunning om over het westelijke wandelpad te fietsen op het gedeelte tussen de Nieuwe Baan (nu Museumlaan) en de Nachtegaalstraat. Alleen deze 45 liefhebbers (waarvan één vrouw, Mejuffrouw S. Knol) mochten dit pad gebruiken, want fietsen was een gevaarlijke sport in die tijd. Vanaf 1887, toen ook het zuidelijke deel van het gravelpad bestemming fietspad kreeg, werd het een openbaar wielrijderspad.
Oprichting ANWB
Eerder, in 1883 werd in restaurant Buitenlust (tegenwoordig Maliebaan nr 81) de Nederlandsche Vélocipèdisten Bond opgericht, de voorloper van de ANWB (1885). De bond verzamelde informatie voor toertochten en gaf een wegenkaart uit waarop
de voor fietsers berijdbare wegen van Nederland waren aangegeven. Ook zette
de bond rijwielhulpkisten uit bij cafés en restaurants met daarin EHBO-spullen en
fietsreparatiesets.
Lees meer in het artikel (pdf) van Oud Utrecht.
Buurt: Buiten Wittevrouwen | kaart
Foto: Het Utrechts Archief 1885