De zaagmolen van Kranenburg werd gebouwd in 1779 door Barend Pleyster op het erf van hofstede kranenburg, wat nu Lodewijk Napoleonbuurt heet. Het was een type stellingmolen met een onderbouw zodat ie hoog genoeg was om in de bebouwde stad voldoende wind te vangen. Via de hoge stelling (galerij) kon de molenaar de wieken bedienen. Boomstammen voor de zagerij werden in vlotten over de Kromme Rijn aangevoerd. Via een speciaal daarvoor gegraven afslag bereikte het hout de molen. Om het jaagpad langs de Kromme Rijn doorgaand te houden moest Pleyster ook een kippenbrug (voetgangersbrug met trapreden als in een kippenren) bouwen over zijn nieuwe watergang.
Restauratie niet gelukt
De zagerij kwam in de problemen toen rond 1820 transporten van houtvlotten belast werden om het achterstallige onderhoud van de jaagpaden te financieren. In 1907 werd de molen definitief stopgezet. Kort tijd fungeerde het als opslagloods voor boten en kano’s. In de jaren 30, aangespoord door het Rijk, maakte de gemeente een restaurantieplan om een van de laatste windmolens in Utrecht te behouden. Helaas werd al het hout van de molen in de oorlog opgestookt en besloot de gemeente de bouwval in 1954 te slopen. De naam Kranenburgerweg en deze muurschildering herinneren nog aan de molen die duizenden boomstammen tot planken verzaagde, lang voordat de Lodewijk Napoleonbuurt werd gebouwd.
Muurschildering
In 2008 schilderde Jos Peeters in opdracht van de gemeente een winters tafereel met de molen en kippenbrug op de zijgevel aan de Kozakkenweg (hoek Koningsweg). De beeldbepalende zaagmolen stond zo’n 200 meter verderop.